3.4 Water: te veel of te weinig

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Vandaag
- Heel korte herhaling 3.3 Verschil zomer en winter
- Ontstaan neerslag
- Kringloop van het water
- Soorten neerslag:
      - stijgingsregens
      - stuwingsregens
      - frontale regens

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet dat water in verschillende vormen voor kan komen en dat het in een kringloop rondgaat.
  • Je begrjipt hoe stuweingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling.
Hoe hoger je komt, hoe

Slide 4 - Question ouverte

Elke 1000 meter die je stijgt, daalt de temperatuur ... graden Celsius.
Welk cijfer moet er op de stippen staan?

Slide 5 - Question ouverte

Dichter bij de evenaar wordt de temperatuur hoger of lager?

Slide 6 - Question ouverte

In Nederland is het op het plaatje...
A
Zomer
B
Winter

Slide 7 - Quiz

Bekijk goed deze afbeelding, je krijgt hierover zo een vraag.

Slide 8 - Diapositive

In Nederland is het op dit plaatje: zomer of winter?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Hoe ontstaat regen?

Slide 11 - Question ouverte

Neerslag
  1. Wanneer water wordt verwarmd, verdampt het.
  2. Warme lucht is lichter en stijgt op.
  3. Waterdampt stijgt op, tot hoog in de lucht waar het condenseert.

Slide 12 - Diapositive

Korte waterkringloop, bekijk de
afbeelding maar eens goed.
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Lange waterkringloop, zie je de verschillen met de korte kringloop? Deze noteer je zo in een vraag.
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de korte en lange waterkringloop?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Lien

Drie soorten neerslag
  1. Stijgingsregens
  2. Stuwingsregen
  3. Frontale regen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Stijgingsregens
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  5. Regen valt naar beneden

Slide 19 - Diapositive

Stuwingsregen
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
  4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Slide 20 - Diapositive

Frontale regen
  1. Warme en koude lucht botsen.
  2. Koude lucht is zwaarder en dwingt de lichtere warme lucht op te stijgen.
  3. Warme lucht kan veel waterdamp bevatten.
  4. Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt: waterdamps condenseert, neerslag.

Slide 21 - Diapositive