GT2 Les 7: Budgetteren

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)

-Pak en zet je spullen op tafel

Spullen nodig voor vandaag:

-Pen

-Boek of laptop

- rekenmachine

Les 7

H5.4: Budgetteren

Lesplanning

Leerdoel: 

Terugblik: Sparen en Interen                               (5min)

Voorkennis:                                                                  (5min)

Instructie: Budgetteren                                          (10min)

Begeleid inoefenen: Werkblad                            (10min)

Zelfstandig oefenen: Vraag 9 en 10                  (15min)

Huiswerk: Vraag 9 en 10

Evaluatie:                                                                        (5min)

Leerdoelen

1. Ik kan een budget begrijpen en lezen

2. Ik kan zelf een budget opstellen

3. Ik kan uitrekenen hoeveel geld ik moet sparen en uitleggen wat ik moet doen om binnen mijn budget te blijven

Terugblik

Wat betekent een overschot op je rekening hebben? En een tekort?

Wat betekent sparen? en interen?

Bij een overschot op je rekening kan je sparen/interen

Bij een tekort op je rekening moet je sparen/interen

Voorkennis

Stel: Je krijgt elke maand 75 euro om te besteden.

Vraag 1: Kom je geld tekort of heb je dan een overschot op je budget? Hoeveel euro is het?

Maandbudget

Voorkennis

Stel: Je krijgt elke maand 75 euro om te besteden.

Vraag 2: Wat zou jij doen met het extra geld?

Maandbudget

Instructie (1/3)

Woorden die je moet kennen voor vandaag:

Budget = een vast bedrag dat beschikbaar is voor een bepaalde soort uitgave

Budgetteren = De inkomsten en uitgaven opnieuw op elkaar afstemmen

Bezuinigen: Minder geld uitgeven

Reserveren: Geld opzij leggen voor een doel

Instructie (2/3)

We gaan nu een video kijken over budgetteren

Begeleid inoefenen

We gaan nu zelf een budget opstellen.

Zelfstandig oefenen

Maak nu vraag 9 en 10 op blz 23 van hoofdstuk 5 paragraaf 4

Klaar? Dan mag je een boek lezen of aan school werken

Huiswerk

Vraag 9 en 10 op blz 23 van Hoofdstuk 5 paragraaf 4

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

Maandbudget: 275 euro

Juist of onjuist?

Deze persoon heeft een overschot op zijn rekening

Deze persoon moet bezuinigen

Volgende les: Hoofdstuk 5 paragraaf 5