Herhaling Taalverzorging H5 K1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Herhaling Taalverzorging H5

Een bijvoeglijk naamwoord staat achter een zelfstandig naamwoord.

1. waar
2. niet waar

Welke woorden zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. beker, hoofdweg, verzameling
2. brede, houten, schuine
3. denken, fietsen, inschenken
4. de, het, een

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
lw =

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
zn =

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
ww =

Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
bn =

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
lw =

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
zn =

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
ww =

Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
bn =

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
lukte =

1. lw
2. zn
3. ww
4. bn

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
botte =

1. X
2. zn
3. ww
4. bn

Het lukte niet om met het botte mes een punt aan de tak te maken.
aan =

1. X
2. zn
3. ww
4. bn

Vragen?

Werkwoord

Zelfstandig naamwoord

Lidwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Ik ben mijn [snoer / kabel] kwijt, heeft iemand het gezien?

1. snoer
2. kabel

In het buitenverblijf wordt [het schaap / de leeuw] gevoerd. De verzorgers geven hem iets extra’s vanwege dierendag.

1. het schaap
2. de leeuw

Wouter heeft een drone gekregen.
[1] laat [2] boven zijn huis vliegen.

Omdat Berdien en Boudewijn naar het buitenland gaan verhuizen, hebben [1] een feest gegeven voor al [2] vrienden.

Vragen?

Verwijswoorden

Nienke [blozen] toen Jelle haar een knipoog gaf.

De fakkels in de tuin [branden] nog de hele nacht.

Naar wie [zwaaien] jij nou gisteren?

Toen de jonge spits voor het eerst in de basis [starten] , [maken] hij indruk op het publiek.

Vragen?

Verleden tijd van zwakke werkwoorden

1.  ik-vorm maken

2. kies +te / +de

3. in het meervoud +n