herhalen 2.1t/m 2.4

welkom 3H!
aardrijkskunde

l
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

welkom 3H!
aardrijkskunde

l

Slide 1 - Diapositive

programma 12-12
1. klassikaal herhalen 2.1 t/m 2.4
2. keuze moment / herhalen of verdiepen

Slide 2 - Diapositive

Wat is geen natuurramp?
A
aardbeving
B
aardverschuiving
C
tornado
D
klimaatverandering

Slide 3 - Quiz

Wat voor natuurramp is hier geweest?
A
vulkaanuitbarsting
B
orkaan
C
aardbeving
D
tsunami

Slide 4 - Quiz

Zet de gevolgen bij de juiste invalshoek:
Fysisch-geografisch
Demografisch
Economisch
Sociaal-cultureel
Geld gaat naar oorlog
Migratie van vluchtelingen
Humanitaire rampen
Economie stort in
Milieuschade
Gebied bewoonbaar gemaakt
Geen vaccinaties of voorlichting

Slide 5 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties.
Cultuurramp
Humanitaire ramp
Milieuramp
Natuurramp
Honderd slachtoffers door aardbeving in Turkije
Enorme hongersnood in Afrika
Bomaanslag in Syrië kost zeker 60 mensenlevens.
Ongeluk met olietanker: groot deel Spaanse strad vervuild.

Slide 6 - Question de remorquage

Explosief vulkanisme
Effusief vulkanisme
Rustige
Schildvulkaan
Stratovulkaan
Gevaarlijk
Niet zo hoog
Steile hellingen
Explosieve uitbarstingen
Uitstromend
Convergente beweging
Spreidingszone

Slide 7 - Question de remorquage

Koppel de woorden aan de juiste breuklijn. 
Transform
divergent 
Convergent
Geen vulkanisme
Effusief vulkanisme
explosief vulkanisme

Slide 8 - Question de remorquage

Convectiestroom
Vulkaan
Convergentie
Subductie(zone)
Divergentie

Slide 9 - Question de remorquage

Een tsunami is een...?
A
Direct gevaar
B
Indirect gevaar

Slide 10 - Quiz

Een tsunami kan alleen ontstaan bij een langzaam oplopende kustlijn.

In welke van de drie afbeeldingen hiernaast kan een tsunami ontstaan?

Sleep het woord 'tsunami' naar de juiste afbeelding.



TSUNAMI

Slide 11 - Question de remorquage

Er wordt gesproken over een orkaan bij:
A
Windkracht 10 en hoger
B
Windkracht 12 en hoger
C
wind vanaf 110 km per uur
D
elke tropische storm is een orkaan

Slide 12 - Quiz

Hoe warm moet het zeewater zijn voor een orkaan?
A
26 graden
B
27 graden
C
28 graden
D
29 graden

Slide 13 - Quiz

wat is geen orkaan?
A
Hurricane
B
Typhoon
C
Tornado
D
Cycloon

Slide 14 - Quiz

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Een orkaan kan zorgen voor een stormvloed.
2.  Een orkaan kan indirect zorgen voor aardverschuivingen.
3. Het woord orkaan wordt over de hele wereld gebruikt.
4. De windkracht van een orkaan neemt toe als deze boven land komt.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de benamingen naar het juiste vak
orkaan
cycloon
tyfoon

Slide 16 - Question de remorquage

herhalen:

1. oefentoets 2.4 maken
2. samenvatting/ mindmap 2.1t/m 2.4 maken
3. zelf toetsvragen + antw. bedenken 2.1 t/m 2.4



Verdiepen

1. 2.5 opdrachten maken
2. wikiwijs 106301 maken 
3. 2.6 lezen en maken


Slide 17 - Diapositive

Maak een screenshot van het werk dat je afgelopen keer hebt gedaan

Slide 18 - Question ouverte