Les 6 en 7 - Laagland + Bezonken rood

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • kun je de historische context van de jaren 50 en 60 in grote lijnen beschrijven.
  • kun je de literaire ontwikkelingen in de jaren 50 en 60 beschrijven. 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Oefenen met theorie Module 7
  • Verder met uitwerken leerdoelen
  • Bespreken leesvragen Bezonken rood
  • Verder lezen in Bezonken rood.

Slide 3 - Diapositive

Module 7
Twintigste eeuw: de jaren 50 en 60


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Uitwerken leerdoel 21 t/m 28

Klaar? -> verder lezen in Bezonken rood

Slide 6 - Diapositive

Bezonken rood - t/m blz 100
Wat heb je gelezen?

Slide 7 - Diapositive

Leesvragen
24) Wat wordt bedoeld met ‘Mijn moeder die nu de veerman heeft ontmoet, zal de taal die hij spreekt hebben herkend’? 
Zijn moeder heeft eerder oog in oog gestaan met de dood toen ze zo in elkaar werd getrapt door de Japanners en zal tijdens haar overlijden de dood daarom wel herkend hebben.

25) Waarom staat er op de voorkant een vlieg afgebeeld?
• De ik-persoon deed er alles aan om de vliegen uit moeders buurt te houden als zij sliep door te wapperen met zijn tropenhelm./
• Vliegen staan symbool voor de dood. Vliegen komen op de lucht af.


Slide 8 - Diapositive

Leesvragen
26) Hoe gaat de ik-persoon als kleuter om met de dood in het kamp?
     Achteloos/nonchalant -> begrijpt de volledige betekenis nog niet van de dood -> ontwikkelt          hierdoor een  'kampsyndroom'
27) Welk mechanisme zie je bij de volwassenen die in het kamp hebben gezeten?
Zij verdringen de traumatische gebeurtenissen, relativeren en doen net alsof het een gezellige tijd was (weglachen).
28)  Om welk historisch gegeven maakt de ik-persoon zich druk? 
Hirohito de keizer van Japan moet als oorlogsmisdadiger terechtgesteld worden. De Nederlandse regering ontving hem 25 jaar na dato nog als bevriend staatshoofd!





Slide 9 - Diapositive

Leesvragen
29)  ‘Mijn ‘kampsyndroom’ bestaat uit de wroeging die ik heden heb om alles begerig in zich opnemende kleuter die ik ben geweest.Vervolgens komt er een opsomming van wreedheden waarvan de ik-persoon als kleuter getuige is geweest. In het laatste voorbeeld wordt beschreven hoe de moeder voor straf een etmaal naakt op het kampplein moet staan. Hoe zou je het gedrag van de ik-persoon omschrijven? Hoe verhoudt dit gedrag zich tot het gedrag dat de ik-persoon toont na het overlijden van zijn moeder?
Toen zijn moeder een dag en een nacht op het koempoelanplein moest staan in de stromende regen van de moesson, bleef hij de hele nacht wakker, haar kushandjes werpend, hij wilde naar haar toevliegen om zijn tropenhelm te geven.
In het verlengde ervan: de ik-persoon probeert toch door middel van zijn herinneringen de relatie met haar te reconstrueren.




Slide 10 - Diapositive

Leesvragen
30) In deze bladzijden vind je een bizarre droom en bizarre gedachten waarin het telefoneren een belangrijke rol speelt. Hoe zou je dit kunnen uitleggen?
Opgebeld willen worden/opbellen kun je vergelijken met de wens tot contact, dat er van je gehouden wordt, dat je emoties voelt. Dat geldt voor Liza die hij opbelt en voor zijn moeder die hem opbelt.
31) Deze flashback kan voor de lezer verwarrend zijn, maar je zou kunnen zeggen dat de ik-persoon diegene is die in verwarring is. Wat gebeurt er op deze bladzijden?
• Flashback naar de tijd met Liza. Zijn liefdesrelatie met haar is doorspekt met flitsen uit het verleden waarbij Liza de plaats inneemt van zijn moeder 
• Belletje aan het been dat hij droeg in die tijd> om niet te verdwalen, anderen kunnen hem dan terugvinden






Slide 11 - Diapositive

Leesvragen
32) Vind je de angstdroom die de ik-persoon in het heden heeft een logisch vervolg op de eerdere flashback? Waarom wel/niet?
Eigen antwoord
Voile (gaasachtige stof), bloedvlekken, vlieg -> verwijzingen naar moeder en naar kampervaring

33) Mede door wat er gebeurt op de appèls wordt de relatie met vrouwen zeer gecompliceerd voor de ik-persoon. Welke verklaring geeft hij?
Straffen en mishandelen van vrouwen -> vanzelfsprekend 





Slide 12 - Diapositive

Leesvragen
34) Op welke momenten liet de kampcommandant Sone zich zien en wat betekende dit voor de vrouwen en kinderen? Kun je nu het ‘kwaak kwaak’ verklaren dat door het verhaal loopt als een leidmotief (terugkerend element)?
• Op de momenten dat Japan een nederlaag leed -> urenlang kikkersprongen maken
• Zie eerdere vraag

35) Op deze bladzijden doet zich ook een sterk voorbeeld van ‘octaviteit’ voor. Welke is dat?
Hij vergelijkt zichzelf (slachtoffer) met kampcommandant Sone (beul). Misschien is hem in zijn kleutertijd ook wel iets overkomen(slachtoffer) dat hem zo wreed maakt tegen vrouwen. De ik-persoon voelt zichzelf ook een beul in zijn houding ten opzichte van vrouwen -> 'Ik ben het, die niet weet wat liefde is'







Slide 13 - Diapositive

Leesvragen
36) Waarom is de ik-persoon zo van streek als zijn dochtertje wordt geboren?
Doet hem denken aan de verschrikkelijke beelden die hij heeft gezien tijdens het kikkeren, het slaan en schoppen van de vrouwen en de gevoelens van onmacht, walging, etc. ->  schoonheid van de vrouw is beschadigd ->  geboorte beschadigt de vrouw ook








Slide 14 - Diapositive

Huiswerk 04/10
Uitlezen Bezonken rood

Noteer:
-vragen die het verhaal bij je oproept
-mooie zinnen
-mooie, opmerkelijke, schokkende fragmenten
- ...

Slide 15 - Diapositive