TH1c 9 januari 2024

TH1c
mevr. Roest
Nederlands
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

TH1c
mevr. Roest
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

vandaag gaan we........
  • kennismaken
  • de dag openen
  • afspraken met elkaar maken
  • introductie project flyer
  • aan de slag met paragraaf 3, tekstdoelen: activeren
  • verder lezen uit Het Pungelhuis....

Slide 2 - Diapositive

afspraken.....
  • je maakt  je huiswerk
  • je zet  het huiswerk in je agenda
  • je hebt  je Flex-boek en je schrift Nederlands bij je
  • je hebt een leesboek bij je
  • als je binnenkomt pak je je boeken, schrift, agenda en pennen en ga je op je vaste plek zitten
  • als je weer weggaat, schuif je je stoel onder je tafel

Slide 3 - Diapositive

Paragraaf 3 tekstdoelen: activeren
Even ophalen:
  • Tekstdoel: wat is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil bereiken.

  • Tekstsoort: met welke heb je te maken? Is het een krantenbericht of een gebruiksaanwijzing?

Slide 4 - Diapositive

zoek blz. 114 op
Lees opdracht 1 nauwkeurig en beantwoord de vragen. de antwoorden bespreken we zo met elkaar
(mag je in je boek beantwoorden)

Slide 5 - Diapositive

tekstdoelen en tekstsoorten
I
tekstdoel
de schrijver wil
tekstsoorten
informeren
de lezer informatie geven
nieuwsbericht, handleiding
amuseren
de lezer vermaken
roman, toneelsstuk
activeren
dat de lezer iets gaat doen
advertentie, poster, oproep
overtuigen
dat de lezer het met hem eens is
ingezonden brief, klachtenbrief, filmbespreking
instrueren
dat de lezer leert hoe hij iets moet doen
gebruiksaanwijzing, spelregels

Slide 6 - Diapositive

Wat is het doel de schrijver?

Slide 7 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 8 - Diapositive

Wil de schrijver hier informeren,
overtuigen, activeren of amuseren?

Slide 9 - Diapositive

De schrijver wil de lezer hier....

Slide 10 - Diapositive



In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil de schrijver......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren

Slide 11 - Quiz

Met een activerende tekst wil de schrijver...?
A
de lezer informatie geven
B
de lezer vermaken
C
dat de lezer het met hem eens is
D
dat de lezer iets gaat doen

Slide 12 - Quiz

Wat is het belangrijkste tekstdoel van een reclamefolder van de supermarkt?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Bespreek met buurman/-vrouw
Kies uit: 
  • informeren
  • amuseren
  • overtuigen
  • activeren

Slide 14 - Diapositive

aan de slag....
We lezen samen tekst 1, daarna maak je zelfstandig
opdracht 2 en 3.
Je zet je antwoorden in je schrift. 

Klaar? Ga even lezen!

Slide 15 - Diapositive

Samen kijken we opdracht 2 en 3 na.

We lezen samen tekst 3.
Daarna maak je opdracht 4 en 5 = huiswerk 9 januari




Slide 16 - Diapositive