Lineaire Grafieken

Lineaire grafieken
Pak je Ipad, rekenmachine en kladschrift
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lineaire grafieken
Pak je Ipad, rekenmachine en kladschrift

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan een lineaire formule aan een grafiek koppelen
Je kan een formule bij een lineaire grafiek opstellen
Je kan de y-waarde berekenen in een lineaire formule
Je kan een lineaire formule bij een verhaaltje maken

Slide 2 - Diapositive

Lineaire verbanden
Formule: y = ax + b
a = rc = richtingscoëfficiënt (hoeveel omhoog als ik 1 naar rechts ga)
b = startgetal = snijpunt y-as

Grafiek: rechte lijn
Tabel: ieder stapje hetzelfde erbij

Slide 3 - Diapositive

Geogebra

Slide 4 - Diapositive

y = 1/3 x + 2
y = 2x + 3
y = 3x + 2

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Stel de formule op van de lijn

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Lineaire verbanden
y = 3x - 8
x
-2
-1
0
1
y

Slide 9 - Diapositive

Lineaire verbanden
y = 2x + 5
x
-2
0
2
4
y
1

Slide 10 - Diapositive

Bereken y in de formule y = 2x + 4, als
x = -3 (schrijf alleen het getal op)

Slide 11 - Question ouverte

Een kaars van 20 cm wordt aangestoken. Per uur wordt de kaars 3 cm korter. Stel de formule voor de kaars op met lengte L en tijd t in uren.

Slide 12 - Question ouverte

Zelfstandig werken
  • 25 minuten aan opgaven 12.1 lineaire grafieken
  • Schrijf in je kladschrift
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan een lineaire formule aan een grafiek koppelen
Je kan een formule bij een lineaire grafiek opstellen
Je kan de y-waarde berekenen in een lineaire formule
Je kan een lineaire formule bij een verhaaltje maken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Stel de formule op van de grafiek

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Een auto gebruikt iedere kilometer 0,1 liter benzine. Aan het begin zit 30 liter benzine in een auto. Stel de formule op voor het aantal liter benzine in de auto na een bepaald aantal kilometers.

Slide 18 - Question ouverte