SO thema 1 B 1+2 Kader

SO thema 1 B 1+2 Kader
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

SO thema 1 B 1+2 Kader

Slide 1 - Diapositive

Welke stof uit de lucht is er nodig voor verbranding?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Helium
D
Zuurstof

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je kaarsvet als deze wordt gebruikt voor een verbranding?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de meest gebruikte brandstof in cellen?
A
Glucose
B
Energie
C
Water
D
Koolstofdioxide

Slide 4 - Quiz

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Energie
Brandstof

Slide 5 - Question de remorquage

Welk orgaan haalt zuurstof uit de lucht?

Slide 6 - Question ouverte

Als je een glas over een brandende kaars zet, gaat de kaars uit.
Waarom blijft een kaars wel branden in een open ruimte?
A
Omdat er genoeg energie in de ruimte is.
B
Omdat er genoeg koolstofdioxide in de ruimte is.
C
Omdat er genoeg water in de ruimte is.
D
Omdat er genoeg zuurstof in de ruimte is.

Slide 7 - Quiz

Wanneer heeft je lichaam meer energie nodig?
A
Wanneer je loopt
B
Wanneer je rent
C
Wanneer je zit
D
Wanneer je slaapt.

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een stof waar je een andere stof mee aantoont?

Slide 9 - Question ouverte

Zet de namen bij de onderdelen.

Slide 10 - Question ouverte

Tijdens een sportwedstrijd:
• gaat je ademhaling ................
• klopt je hart .................
• wordt je lichaam door de verbranding .................
• wordt ................ brandstof en zuurstof naar de cellen vervoerd.
Tijdens je slaap:
• heb je ................ zuurstof nodig. 
• ontstaat ................  koolstofdioxide bij de verbranding.
• gaat de verbranding in je lichaam .................
Vergelijk een sportwedstrijd met slapen.

Sleep de juiste woorden naar de zinnen.
minder
minder
sneller
sneller
meer
langzamer
warmer

Slide 11 - Question de remorquage

Je kunt door je neus of door je mond ademhalen. 
Het gezondst is ademhalen door je 

De binnenstromende lucht wordt door het neusslijmvlies                                . 
                     .
Zet de sterren op de goede plek en maak de zin kloppend.
neus
mond
opgewarmd
afgekoeld

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Question de remorquage

Wat is de functie van het neusslijmvlies?
A
De luchtpijp afsluiten.
B
Het opnemen van zuurstof
C
Slijm naar je keelholte verplaatsen
D
Het tegenhouden van ziekteverwekkers.

Slide 14 - Quiz

Jonathan trekt een sprintje.
Vindt er alleen verbranding in zijn spiercellen plaats? Leg je antwoord uit

Slide 15 - Question ouverte

In de afbeelding is een deel van het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.

Bij welk van de genummerde delen is de wand niet verstevigd door kraakbeenringen?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 16 - Quiz

Wanneer ruik je geuren het best?
A
Wanneer je door je neus ademhaalt.
B
Wanneer je door je mond ademhaalt

Slide 17 - Quiz

Welke weg legt lucht af tijdens het inademen?
Zet de begrippen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
strottenhoofd
Luchtpijp
Neusholte
Keelholte
bronchiën

Slide 18 - Question de remorquage

Zet de juiste woorden onder de tekeningen. 
Ademhalen
Eten
Verslikken

Slide 19 - Question de remorquage

In welk gedeelte van het ademhalingsstelsel wordt zuurstof opgenomen in het bloed?

Slide 20 - Question ouverte

Controleren en inleveren!

Slide 21 - Diapositive