Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.3 Belasting op shoppen? (deel 3) en start 5.4
5.3 Belasting op shoppen? (deel 3)
Pagina 140
Meneer mr. B.J.M. Horsch
timer
2:00
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
5.3 Belasting op shoppen? (deel 3)
Pagina 140
Meneer mr. B.J.M. Horsch
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Planning
Leerdoelen
HW nakijken
Uitleg 5.4 (deel 1)
Oefenen
Terugblik leerdoelen
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
... de
consumentenprijs berekenen
... uitleggen wat het
verschil
is
tussen inkoopprijs en inkoopwaarde
... uitleggen wat
brutowinst
is
Slide 3 - Diapositive
Vooraf
Hoe bereken ik de consumentenprijs?
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Slide 4 - Diapositive
Vraag 47
De btw is 21% van € 32 = …
21 : 100 x € 32 = € 6,72
Consumentenprijs is € 32 + € 6,72 = € 38,72
Slide 5 - Diapositive
Vraag 48
a)
De btw is 6% van € 9,80 = …
6: 100 x € 9,80 = € 0,59
Consumentenprijs is € 9,80 + € 0,59 = € 10,39
b)
Btw is € 1,99 ‒ € 1,88 = € 0,11
c)
€ 0,11 = …% van € 1,88
€ 0,11 ÷ € 1,88 × 100 = 5,9%
Slide 6 - Diapositive
Vraag 49
Btw is € 338,80 ‒ € 280= € 58,80
€ 58,80 = …% van € 280
€ 58,80 ÷ € 280 × 100 = 21,0%
Slide 7 - Diapositive
Vraag H18
De btw is 21% van € 620 = …
0,21 x € 620 = € 130,20
Consumentenprijs is € 620 + € 130,20 = € 750,20
Slide 8 - Diapositive
Samenvatting (overnemen)
Slide 9 - Diapositive
Oefenen
Maken opdrachten H21 + H22 pagina 151
Klaar? Maken opdracht 54, 57 en 58 pagina 143
Klaar? Lees alvast 'bedrijfskosten'.
timer
15:00
Slide 10 - Diapositive
Vraag H21
D
Slide 11 - Diapositive
Vraag H22
C
Slide 12 - Diapositive
Vraag 54
Als de inkoopprijs laag is, kan de verkoopprijs ook laag zijn. Met een lage verkoopprijs kan een supermarkt beter concurreren.
Slide 13 - Diapositive
Vraag 57
a)
€ 6.843 (omzet) ‒ € 4.140 (inkoopwaarde) = € 2.703 brutowinst
b)
€ 1.190 (omzet) ‒ € 720 (brutowinst) = € 470 inkoopwaarde
Slide 14 - Diapositive
Vraag 58
A (€ 4.000 - € 2.000 = € 2.000)
Slide 15 - Diapositive
Wat hebben we geleerd?
Slide 16 - Diapositive
Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
... de
consumentenprijs berekenen
... uitleggen wat het
verschil
is
tussen inkoopprijs en inkoopwaarde
... uitleggen wat
brutowinst
is
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.3 Belasting op shoppen? (deel 2)
Mai 2019
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Février 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Bedrijfseconomie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Paragraaf 5.4 Wat houd je over?
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Mars 2021
- Leçon avec
43 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Paragraaf 5.4 Wat houd je over?
Juin 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 4
Mai 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
6.3 Hoe maak je winst?
Décembre 2018
- Leçon avec
28 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
Novembre 2018
- Leçon avec
26 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld