Les week 1 introductie TLV-23 2024

1 / 40
suivant
Slide 1: Vidéo
Lean & CreatiefMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat had het varkentje beter kunnen doen?

Slide 2 - Diapositive

minimaliseren van verspillingen....

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. Wat is Lean?
  2. Spaghetti challenge
  3. De vijf principes van Lean
  4. Test je kennis over Lean

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na deze les:
  • ben je bekend met de leanfilosofie
  • weet je wat de principes van lean zijn
  • kun je op een verjaardag uitleggen wat Lean is

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Agis zorg verzekering valt onder Zilveren Kruis Achmea 

Schrijf een tiental woorden op die op die volgens jou de betekenis van Lean is.
Wat is Lean?
  • Cultuur
  • Klantgerichtheid
  • Respecteren van alle mensen
  • Voortdurend leren en dagelijks verbeteren
  • Verspilling tegen gaan
  • Langetermijnvisie
  • Leiding niet alleen op resultaat maar ook op de weg naar het resultaat

Slide 7 - Diapositive

Feestje!!!!
Wat is Lean?
Lean is een manier om processen in organisaties te verbeteren waarbij uitgegaan wordt van:
  • Maximale waarde (of kwaliteit) voor de klant
  • Met zo min mogelijk verspillingen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem voorbeelden van werkvloer uit jouw eigen werkveld.

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarde of kwaliteit voor de klant:
De klant bepaalt. Een klant wil waar voor zijn geld.
Wil de klant alleen maar vierkante tabletten? Dan maken we in het vervolg alleen vierkante tabletten en geen ronde meer.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo min mogelijk verspillingen of fouten.

Wachten is een veel voorkomende verspilling. 
Wanneer een grondstof niet goed is of niet op tijd afgeleverd wordt, ligt de machine stil. 
De klant wil niet de kosten betalen voor deze vertraging.



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leancultuur
  • Alle zaken binnen een organisatie die door mensen worden gedeeld

Slide 14 - Diapositive

2.2 Vier belangrijke aspecten binnen de leancultuur
Deze vier aspecten staan niet los van elkaar maar beïnvloeden elkaar onderling.
De vier aspecten binnen de leancultuur.
2.2.1 Werkvloer
Dit is de (fysieke) plek waar waarde voor de klant wordt gecreëerd. Dit kan een fabriekshal zijn waar koekjes gemaakt worden. Het kan ook een bureau, kantoorruimte of kantoortuin zijn waar het werk achter de computer gedaan wordt. Met werkvloer wordt de plek bedoeld waar het werk door de medewerkers gedaan wordt. In leantaal wordt dit Gemba genoemd. Dit is een centrale en belangrijke plek omdat het werk hier gebeurt. Het is dan ook de bedoeling dat het management hier zo vaak mogelijk is. De informatie die nodig is, bevindt zich namelijk op deze plek. Medewerkers zijn verantwoordelijk voor verbetering en verandering. Om over de juiste informatie te beschikken moet je dus bij de medewerkers op de werkvloer zijn.
2.2.2 Eigenaarschap
Een verbeterproces gaat iedereen aan, dan pas kan er echt verbeterd of veranderd worden. Het is belangrijk dat een medewerker zich mede-eigenaar van het proces voelt. Het gaat over de vraag: als dit proces of product van jou was, hoe zou je er dan mee werken? Zou je er dan op dezelfde manier mee werken? Bijvoorbeeld: als de tafel die jij nu aan het maken bent voor jezelf zou zijn, zou je het dan ook zo doen? Als het kind dat jij nu als arts behandelt jouw kind zou zijn, zou jij het dan dezelfde behandeling geven?
Het gaat erom dat de medewerker zich betrokken en verantwoordelijk voelt en daardoor een 'perfect' proces of product kan afleveren (alsof het van hemzelf is).
Mede-eigenaarschap betekent ook dat medewerkers kritische vragen mogen stellen en deze ook moeten beantwoorden. Met de bevindingen kunnen ze dan daadwerkelijke veranderingen in gang zetten.
2.2.3 Leren door te doen
Verbeteren van processen gaat het best als je het gewoon doet. De vaardigheden van de medewerkers in een leanorganisatie ontwikkelen zich voortdurend door praktijkervaring. Vaardigheden als het leren zien van verspilling, opsporen van kernoorzaken van problemen, aanpassen van processen en inzetten van verschillende technieken, vereisen een beetje theoretische kennis en vooral een heleboel ervaring. Ervaring door het gewoon te doen! Het gaat natuurlijk niet om zomaar iets doen. Als er een plan is dan is het goed om direct te starten met verbeteren. Het loopt in de praktijk toch altijd anders dan vooraf gedacht.
Je gaat niet zomaar iets doen. Je start met een probleemanalyse. Je kijkt eerst goed naar de oorzaak van het probleem. Je kijkt niet naar de symptomen maar naar de echte oorzaak van het probleem.
Er is brand ontstaan door, zo lijkt het, een elektrische storing. Bij nader onderzoek blijkt dat de elektrische storing is ontstaan doordat elektrische kabels aangevreten waren door muizen. De echte oorzaak van de brand blijkt een muizennest te zijn!
Pas als de huidige situatie, waarin een probleem heeft kunnen ontstaan, grondig begrepen wordt, kan er een verbetermaatregel bedacht worden.
2.2.4. Leiderschap
De leiders in een leanorganisatie zijn zo veel mogelijk op de werkvloer aanwezig. Dit om te zien wat er gebeurt en om de medewerkers de ruimte te geven om te leren door te doen. Dit doen ze door te coachen en te ondersteunen. Dit is dienend leiderschap.

Slide 15 - Diapositive

De term leider roept snel het beeld van een krachtige, visionair en succesvolle man (sorry dames) op.
Kenmerkend aan Lean leiders is dat ze graag rondlopen op de werkvloer. Hun stijl is coachend in plaats van belerend. Ze zijn bescheiden en durven zich kwetsbaar op te stellen; ze geven toe dat ze soms falen en nog veel moeten leren.
Ze nemen wel degelijk actief en resultaatgericht de leiding, maar vanuit de gedachte om te dienen en constant aan te zetten tot ontwikkeling en verbetering. Ze zijn ook gedreven en vragen door naar de echte oorzaak van een probleem (5xWhy) en ze weten exact wat de klant verwacht en wat dit betekent voor de processen, niet alleen van hun afdeling maar ook voor de rest van de organisatie.
Om er voor te zorgen dat medewerkers met verbetersuggesties komen is het belangrijk dat medewerkers zich betrokken voelen. Lean leiders zorgen hiervoor en het mooie van Lean is dat verbeteren en leren (want medewerkers gaan dingen doen die ze niet eerder hebben gedaan) hand in hand gaan.

PS waarom Customer first?


Ff pauze maar stel je vraag als je er een hebt!

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. Spaghetti challange 
  2. De vijf principes van Lean

Slide 17 - Diapositive

Samenwerken het streven naar het optimaal bedienen van de klant. Bij beiden staat daarnaast het 'proces denken' centraal.

  1. Spaghetti challange 
  2. De vijf principes van Lean

Slide 18 - Diapositive

Samenwerken het streven naar het optimaal bedienen van de klant. Bij beiden staat daarnaast het 'proces denken' centraal.
 De 5 Leanprincipes
  1. Waarde
  2. Waardestroom
  3. Flow
  4. Pull
  5. Perfectie

Slide 19 - Diapositive

Het ‘Lean maken’ van een organisatie wordt gedaan aan de hand van 5 principes: Waarde, Waardestroom, Flow, Pull en Perfectie. Hoe dat er in de praktijk uitziet leggen we in dit artikel uit.
Waarde – Stel de klant centraal
Klantwaarde
Ieder bedrijf bestaat bij de gratie van haar klanten. De vraag die elk bedrijf zich daarom continu zou moeten stellen is: Op welke manier wordt er zo veel mogelijk waarde voor de klant gecreëerd? Waarde is een proces of dienst (of delen daarvan) waar de klant voor wil betalen of op wil wachten. Daarvoor moeten we eerst weten wie de klant is (dit kunnen ook interne afdelingen of collega’s zijn) en waar deze klant waarde aan afleidt. Dit klinkt logisch, maar hoe vaak worden er dingen gedaan ‘omdat ze altijd al zo gingen’, ‘omdat de baas het wil’ of ‘omdat we denken dat de klant dit wil’? En zolang je niet weet wat de klant precies wil, hoe kun je hier dan op sturen?
Let op! Klantwaarde is anders dan klantvraag. Succesvolle bedrijven begrijpen zó goed wat voor hun (potentiële) klanten van waarde is dat ze de klanten verrassen met een product waar ze nog niet om hadden gevraagd, maar wel van veel waarde blijkt te zijn. Een voorbeeld uit de praktijk van de uitvinder van de eerste auto geeft aan hoe belangrijk het goed kennen van je klanten is.:
Een mooi voorbeeld dichter bij huis is Coolblue. Zij zijn niet zo groot geworden door de goedkoopste te zijn maar door goed te snappen dat hun klanten best iets meer willen betalen voor vergaande service en een ruim assortiment. Investeer dus vooral in het ontdekken van wat voor je klant van waarde is!
Waardestroom – Bepaal waar waarde wordt gecreëerd
block_4
Nadat gespecificeerd is waar de klant waarde aan afleidt, is het belangrijk te onderscheiden welke activiteiten binnen het bedrijf waarde toevoegen voor de klant en welke niet. Deze laatste categorie worden binnen Lean verspillingen genoemd. Een handige tool om dit inzichtelijk te maken is de waardestroom (Value Stream Map), waarin alle processtappen van de trigger van de klant tot aan de levering van een dienst of product gedetailleerd in kaart gebracht worden. Vervolgens wordt voor elke activiteit bepaald of het wel (Customer Value Added) of geen waarde toevoegt voor de klant.
De activiteiten waar de klant zelf geen waarde aan hecht onderscheidt Lean in twee groepen:
Business Value Added: Activiteiten die nodig zijn om het bedrijf draaiende te houden. Deze moet je zoveel mogelijk minimaliseren.
Non Value Added: ‘Waardeloze’ activiteiten. Deze moet je elimineren.
Voorbeeld: Met een klant presentatie voeg je waarde toe voor de klant. Het volgen van een compliance training om te voldoen aan wet- en regelgeving is waarde voor het bedrijf. Echter het onnodig ge-cc’d worden in emails van collega’s hebben zowel klant als bedrijf niets aan!
Flow – Zorg voor een continue doorstroming
block_5
De vervolgstap valt te raden: verwijder alle geïdentificeerde verspillingen uit het proces zodat alleen de waarde toevoegende activiteiten overblijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onnodige voorraad creëren of wachten. Stem daarna deze activiteiten op elkaar af zodat er geen opstoppingen ontstaan en daarmee een natuurlijke flow wordt gecreëerd. De ultieme Lean oplossing is het toepassen van ‘one-piece flow’, waarbij (in tegenstelling tot batchproductie) kostbare voorraden tot een minimum worden beperkt en fouten niet worden doorgegeven aan de volgende processtap. In de praktijk is een mengvorm echter in veel gevallen een betere oplossing.
Het doel van ‘flow’ is om de dienst of het product volgens de kwaliteitseisen van de klant zonder tijdverlies naar de klant te laten ‘stromen’. Dit kan alleen als binnen het bedrijf vanuit de keten wordt gedacht in plaats van afzonderlijke hokjes. Door het zo kort mogelijk maken van de doorlooptijd van de keten is het meer regel dan uitzondering om online bestellingen de volgende dag al in huis te hebben. Waar ‘dezelfde dag bezorgd’ nu nog iets unieks is, is dit over een paar jaar misschien wel de standaard!
Pull – Doe wat nodig is, wanneer het nodig is
pull
Nu de verspillingen binnen het bedrijfsproces geminimaliseerd zijn en alles gericht is op het toevoegen van waarde voor de klant, heeft het alleen nut ook daadwerkelijk te produceren als de klant hier om vraagt. Dit principe heet ‘Pull’: alleen doen wat nodig is, wanneer het nodig is. Dit beperkt onnodige tussen- en eindvoorraden. De uitstroom van producten is de trigger voor de organisatie om voor nieuwe instroom te zorgen (Kanban).
Uiteraard betekent ‘Pull’ niet dat voorraad helemaal uit den boze is. Supermarktbezoeken zouden een stuk tijdrovender zijn als broden nog ter plekke gemaakt zouden moeten worden. Wat het wel betekent is dat de supermarkt precies weet hoeveel voorraad ze minimaal aan moeten houden, en op basis van de verkopen zorgen dat dit ‘Just in Time’ weer wordt aangevuld.
Perfectie – Continu leren en verbeteren
block_7
Het vijfde principe binnen Lean is het streven naar perfectie. Tegenwoordig worden er tijdschriften vol geschreven over hoe het streven naar perfectie je ongelukkig maakt, want perfectie is iets wat je nooit zult bereiken. Dit is dan ook niet de gedachte achter dit principe. Het doel is om een lerende organisatie te zijn die het iedere dag een stapje beter doet in plaats van zo nu en dan een groot project op te tuigen. Een handig hulpmiddel is het organiseren van een overlegstructuur zoals een weekstart, waardoor continu verbeteren onderdeel wordt van het dagelijkse werk. Daarnaast helpt het verbeteringen te borgen zodat verspillingen niet terugkeren.
Het mooie is dat de tijdwinst die deze 5 principes opleveren weer gebruikt kan worden om het gesprek aan te gaan met klanten om nieuwe behoeften boven water te krijgen en nog beter op deze behoeften in te spelen. En dat maakt de cirkel weer rond…

Slide 20 - Vidéo

Kan je de 5 lean principes invullen bij Pizza restaurant?

Slide 21 - Vidéo

Nog een voorbeeld van lean!

Slide 22 - Diapositive

Door de klant centraal te stellen creëer je maximale toegevoegde waarde voor de klant tegen minimale inspanning. Hierdoor verbetert de kwaliteit, worden doorlooptijden verkort en verminderen de kosten. Dat heeft een positief effect op de zowel de klanttevredenheid, medewerkersbetrokkenheid en de winst.


  1.  Test je kennis over Lean

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lean betekent
A
Afvallen
B
Groter maken
C
Ontwikkelen
D
Vermindering van verspilling

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij Lean? (meerdere antwoorden goed)
A
Je leven lang leren
B
Geen fouten mogen maken
C
De mens staat centraal
D
Continu verbeteren

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De leanprincipes zijn....
A
Waarde, geldstroom, verandering, pull, verbeteren
B
Productie, precies, power, plezier, presteren
C
Waarde, waardestroom, flow, pull, perfectie
D
Waardestroom, presteren, flow, push, perfectie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leiderschap binnen lean wil zeggen.....
A
Leider is onderdeel van het team
B
Leider is vaak op de werkvloer en ondersteunt
C
Leider bedenkt beleid en laat dit uitvoeren
D
Leider straft bij fouten

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van een Lean-organisatie?
A
Streven naar perfectie
B
Faciliteren van medewerkers
C
Managen op de werkvloer
D
Geen fouten mogen maken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat binnen Lean centraal?
A
Cultuur
B
Klant
C
Werkvloer
D
Technieken

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ligt niet het startpunt van Lean?
A
Kwaliteitsverbetering
B
Klanttevredenheid vergroten
C
Kostenreductie
D
Procesverbetering

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat centraal in het cultuurmodel?
A
Leiderschap
B
Medewerkers
C
Werkvloer
D
Leren door doen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van eigenaarschap?
A
Medewerkers die kritische vragen stellen
B
Medewerkers die vaardigheden ontwikkelen
C
Medewerkers die initiatief nemen
D
Leidinggevende die oplossingen aandragen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?
Na deze les:
  • ben je bekend met de leanfilosofie
  • weet je wat de principes van lean zijn
  • kun je op een verjaardag uitleggen wat Lean is

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf hoe jij de les van vandaag vond in drie woorden. Wees éérlijk en open :)

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu aan de slag! Wat af voor de volgende week?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu aan de slag! Wat af voor de volgende week?

Slide 37 - Diapositive

2 uur KZE deel L & C 3 periode 3, 4, 5 en 6
AYCL licentie aanschaffen
Lessen L & C instructie van opdrachten
Maken opdrachten
Afsluitend RABO bank bezoek
KZE deel af week 6.1

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions