Je kunt het woordgebruik aan het publiek aanpassen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lesdoelen
Doel van de les 2.4 schrijven:
Je kunt een formulier correct invullen
Je kunt het woordgebruik aan het publiek aanpassen
Slide 1 - Diapositive
2.4 schrijven+formuleren
Deze les gaat over het invullen van formulieren.
De les bestaat uit 3 delen:
Allereerst de Lessonuples (uitleg)
opdrachten maken 2.4
Quizziz (soort toetsje)
Slide 2 - Diapositive
Hoe zie je dat het een formulier is?
Wat moet je allemaal invullen bij een formulier?
Slide 3 - Diapositive
Dhr./Mevr.
Dhr = de heer mevr. = mevrouw
Slide 4 - Diapositive
adres
Slide 5 - Diapositive
postcode
Slide 6 - Diapositive
plaats
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Question de remorquage
Wat vul je in?
Op een formulier moet je altijd je naam invullen. Dit lijkt makkelijk. Toch is dit best moeilijk. Want welke naam moet je invullen? Neem dit over in je schrift en vul aan.
Staat er:
Naam en voornaam =
Roepnaam =
Naam en voorletters =
Naam =
Slide 9 - Diapositive
2.4 Schrijven
Zakelijke e-mail
Wie weet de afspraken nog?
Bekijk de foto hiernaast.
Slide 10 - Diapositive
Opdrachten H.2.4 Schrijven
(Opdracht 4 klassikaal) Hier wacht je nog even mee.
Daarna zelfstandig op het leerplein
Maak 3 ,5, 6, 7, 10
Klaar: oefen op Numo
Slide 11 - Diapositive
Welkom
Wie ziet de fout in de tekst?
Slide 12 - Diapositive
Wat betekent "Ik machtig" en "Eenmalig"?
één keer
Ik geef toestemming om iets te doen
Ik machtig
Eenmalig
Slide 13 - Question de remorquage
Vaak worden op formulieren afkortingen gebruikt.
Zoek de afkorting met de juiste betekenis bij elkaar.
30-10-2000
Mevrouw
Man/vrouw
06-15258974
Meneer
m/v
Geb.-Datum
Tel.
Dhr.
Mevr.
Slide 14 - Question de remorquage
Opdrachten 2.4
Klassikaal opdracht 4
Maak de opdrachten
Let op opdracht 12-13-14 maak je in je boek (beoordeling)