*Werkwoordspelling H5, les 1

Werkwoordspelling H5, les 1
Aan de slag!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling H5, les 1
Aan de slag!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je leert de correcte werkwoordspelling van de bijvoeglijke naamwoorden. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit onderstaande zin.

Die arme Jan is met een gebroken been naar de dokterspost in een naburig dorp gebracht.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de bijvoeglijke naamwoorden zijn van een werkwoord gemaakt?

arme - gebroken - naburig

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit onderstaande zin.

Het winkelend publiek genoot van de uitgestalde artikelen in de mooie, verlichte etalages.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de bijvoeglijke naamwoorden zijn van een werkwoord gemaakt?

winkelend - uitgestalde - mooie - verlichte

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het voltooid deelwoord is een bijvoeglijk naamwoord als het iets over een zelfstandig naamwoord zegt. 
Als het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt krijgt het dan soms een 
extra -e. Je schrijft het zo kort mogelijk!
De brieven zijn beantwoord.> De beantwoorde brieven.
De vorm van een voltooid deelwoord dat op -en eindigt (een sterk werkwoord) verandert niet als het een bijvoeglijk naamwoord wordt.
Het brood is gebakken.> Het gebakken brood.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onvoltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het onvoltooid deelwoord is een bijvoeglijk naamwoord als het iets over een zelfstandig naamwoord zegt. Het krijgt dan soms een extra -e.

Een huilend meisje. De huilende jongen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis opfrissen 
Je hebt geleerd over: 
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)
In de volgende dia's oefen je hier mee. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De pvtt en pvvt

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- stam
- stam +t

hele ww
pvvt:
- stam+
de/te
-stam +
den/ten

't ex-kofschip
vd:
-langer maken
-d/t

't ex-
kofschip
od:

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
gw:

ik-vorm
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
De speeltuincommissie ... (beraden) zich op een nieuw klimtoestel.
A
beraad
B
beraadt

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVTT
...(Aanvaarden) je deze baan?
A
Aanvaard
B
Aanvaardt

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


PVVT
Mijn ouders ... (zuchten) toen ze het hoorden.
A
zuchte
B
zuchtte
C
zuchten
D
zuchtten

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PVVT
Gisteren ... (bereiden) mijn broer een heerlijke maaltijd.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vd/od

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vind het jammer dat je hebt besloten dat wij de gebakken taart zelf moeten opeten.

'besloten' is hier:
A
vd
B
od

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huilend rende het gevallen meisje naar haar moeder.

'Huilend' is hier:
A
vd
B
od
C
bn
D
inf

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Samen beginnen we met de Startopdracht.


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Op de volgende slide staat een test die uit 20 vragen bestaat. Maak deze test en laat de uitslag aan je docent zien (even naar me toe lopen met je laptop om je scherm te laten zien).

Succes!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

https://www.meesterklaas.nl/quiz/d-of-t
Als je klaar bent met de test en mij je uitslag hebt laten zien, ga je verder werken aan de volgende opdrachten: 

Maak online:
H.5 Spelling (Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord)

Opdracht 2, 3, 4 en 5.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de bijvoeglijke naamwoorden van de werkwoordspelling goed spellen.
ja
meestal wel
soms wel, soms niet
meestal niet
nee

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik begrijp ALLE werkwoordspellingsregels goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze werkwoordspellingsregel(s) vind ik nog moeilijk

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel hier een vraag over de werkwoordspellingsregels als je die hebt.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar?
Als je klaar bent met alle opdrachten kun je nog extra oefenen op www.cambiumned.nl 
of 
je gaat lezen in je leesboek 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions