Unidad 3: Lección 1 y lección 2

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

We starten in 5 minuten met de les.

Lesdoelen

Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 

• R: Ken je de woordenschat van de familiestamboom.
• R: Ken je het bezittelijke voornaamwoorden en  mannelijk/vrouwelijk vorm.
• T1: kan je vragen beantwoorden met de bezittelijke voornaamwoorden. 
• T1: Kan je de Spaanse de woordenschat van de familiestamboom in de zin gebruiken.

 

Mi Casa Ideal

Video opdracht:

1. U ontwerpt uw ​​ideale huis en bereidt je presentatie zo goed mogelijk voor.

2. Daarna bespreken jullie de indeling van jouw ideale huis.

3. U laat uw woning zien aan de hand van een door u ontworpen plattegrond.

4. Je praat over de inrichting, bijvoorbeeld de keuken, de woonkamer, de slaapkamers, de badkamer, tv, schilderijen, banken, bed, badkuip, etc.

5. Ook de buitenfaciliteiten van jouw ideale huis, bijvoorbeeld de tuin, het zwembad etc.

Op pagina's 55, 56, 60 (het huis) en 61 van je leerboek.

Gebruik mi gramática deel B op pagina 58 om goede zinnen te formuleren. We gaan er vaker mee oefenen.

U gebruikt ook de woorden uit de verklarende woordenlijst op pagina 131 die betrekking hebben op je casa ideaal.

 

Woordenlijst

• la mujer
• el Nieto/a
• el Hermano/a
• el Hijo/a
• el Marido
• el Abuelo/a

Vertaling

• De echtgenote/de vrouw
• De kleinzoon/kleindochter
• De broer/ de zus
• de zoon/ de dochter
• De man/  de echtgenoot
• De opa/ de oma

Opdracht 3 en opdracht 5

pagina 48/49

Tekst

Opdracht 3:                   

A. la hija

B. el marido

C. la nieta

D. la madre 

E. el abuelo

F. los padres

Opdracht 5

A. los hijos

B. las hijas

C. los hijos

D. Los hermanos

E. la hermana

F. los hermanos

G. los nietos

H. la nieta

I. los nietos

Abuelo

Papá

Mamá

Hermano

Hermana

Hoe noem je de familie in het Spaans?

Papá

Mamá

Abuelo

Hermana

Hermano

Zet de juiste vertalingen bij elkaar

La familia

Los parientes/los padres

La madre

El padre

El hijo

La hija

De familie

De familieleden

De moeder

De vader

De dochter

De zoon

La familia

1. De familie
2. Het familie
3. Een familie
4. Deze familie

Maak opdracht 6

pagina 49 

• Vul de ontbrekende namen in de stamboom in.

•  Je hebt 5 minuten de tijd

Opdracht 5

pagina 49

Kies uit de volgende woorden:

• las hijas
• los hijos
• los hermanos
• las hermanas
• la hermana
• los nietos
• la nieta

Pronombres Posesivos

• Bezittelijke voornaamwoorden

• Woorden als mijn, jouw, uw en zijn zijn bezittelijke voornaamwoorden: 'Dat is mijn fiets', 'Vergeet jouw/uw tas niet! ', 'Ik houd van de herfst en zijn kleuren. 

• Bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat er een bepaalde relatie is tussen een persoon, dier, ding of instantie en een zelfstandig naamwoord.

Determinantes posesivos

Determinantes posesivos

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos

mi(s)

vuestro/a/os/as

su(s)

tu(s)

nuestro/

a/os/as

mijn

uw

jouw

hun

zijn

jullie

haar

ons/onze

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos

mi - mis

su - sus

tu - tus

mijn

jouw

zijn

haar

Bezittelijk voornaamwoord
¿Ellas son ..(vosotros).. amigas?

1. Vuestras
2. Vuestros
3. Nuestras
4. Nuestros

Het bezittelijk voornaamwoord:
Estos son ... (mijn)... padres

1. mis
2. tus
3. mi
4. su

Wat is een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord?

1. La tienda
2. Ser
3. Mis
4. Los pantalones

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in

1. ¿Dónde viven______padres? (ella)

1. su
2. sus

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in, in de zin:

".... (mijn) pantalones son rojos."

1. Nuestro
2. Mis
3. Mi
4. Nuestros

Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste woord:
Yo vivo con _______tíos.

1. mi
2. sus
3. su
4. mis

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in

¿Estás contento con ______ regalo?

1. tu
2. tus

Het bezittelijk voornaamwoord:
Ella es ... (mijn) prima Luisa.

1. su
2. sus
3. mi
4. mis

Bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:

_________apartamento está en una calle tranquila.

1. nuestra
2. nuestro
3. nuestros
4. nuestras

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...PADRES?

1. mi
2. mis
3. su

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...amigas?

1. mi
2. mis
3. su

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...ABUELOS?

1. nuestras
2. nuestros
3. su

Woordenschat

p. 131

• Begin alvast de woordenlijst van La familia de Óscar te leren en op te schrijven in je notitieboekje.

• Dit is ook jouw huiswerk!

¿Qué tal la clase de hoy?

😒🙁😐🙂😃