Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
taal thema 7, les 19 pv op d, t of dt
taal thema 7, les 19 pv op d, t of dt
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
taal thema 7, les 19 pv op d, t of dt
Slide 1 - Diapositive
Hoe weet je of een werkwoord op t, d of dt geschreven moet worden?
Slide 2 - Carte mentale
Schrijf de stam van de persoonsvorm op.
Een wolf leeft in een roedel.
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf de stam van de persoonsvorm op.
De roedel wordt gevormd door ongeveer 10 wolven.
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf de stam van de persoonsvorm op.
Een wolf woont in een territorium.
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf de stam van de persoonsvorm op.
Hij jankt om iets duidelijk te maken.
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf de stam van de persoonsvorm op.
Het janken van de ene wolf verschilt van de andere.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm en de uitgang?
De mens spreekt, het schaap blaat.
A
spreek+t, blaat
B
spreek+t, blaa+t
C
spreek+t
D
spreekt en blaat
Slide 8 - Quiz
Wat is de persoonsvorm en de uitgang?
De arend zweeft, jij loopt en staat.
A
zweef+t, loop+t
B
zweef+t, staat
C
zweef+t, loop+t, staat
D
zweef+t, staa+t
Slide 9 - Quiz
Wat is de persoonsvorm en de uitgang?
De koningin schrijdt, de haas sprint.
A
schrij+dt, sprin+t
B
schrijd+t, sprint
C
schrijd+t, sprin+t
D
schrijdt en sprint
Slide 10 - Quiz
Wat is de persoonsvorm en de uitgang?
De man eet graag vlees, de koe houdt van gras.
A
ee+t, houd+t
B
eet, hou+dt
C
eet, houd+t
D
eet en houdt
Slide 11 - Quiz
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik lijk op mijn broer.
Slide 12 - Question ouverte
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik antwoord op de vragen.
Slide 13 - Question ouverte
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik fiets naar school.
Slide 14 - Question ouverte
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik fluit een liedje.
Slide 15 - Question ouverte
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik verzend een brief.
Slide 16 - Question ouverte
Zet de zin in de hij-vorm.
Ik kom ook.
Slide 17 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Thema 1 les 3: IK MOET! Of mag ik?
Juillet 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taal groep 6 - les 6.10
Mars 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
taal, thema 6, les 19
Avril 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
herhaling stam, infinitief, onderwerp en persoonsvorm
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Afsluitende quiz
Juin 2021
- Leçon avec
14 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Begrijpend lezen
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Herhaling persoonsvorm en onderwerp
Février 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs