Week 5

Vandaag
Afspraken maken toets-inhalers
Toets bespreken
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Afspraken maken toets-inhalers
Toets bespreken

Slide 1 - Diapositive

Afspraak toets-inhalers
We maken een afspraak om lezen H1 t/m 3 in te halen.

Slide 2 - Diapositive

Toets bespreken
Als je iets te zeggen hebt, steek je je vinger op. 

Telefoons of pennen van tafel.

Slide 3 - Diapositive

Vandaag
Doelen
Startopdracht
Theorie: ''Hoofdletters en leestekens'' 
Aan de slag
Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 5 - Diapositive

Startopdracht
Vul de hoofdletters en leestekens in
1. wij hebben gister niet kunnen shoppen in amsterdam omdat onze auto pech had.
2. waarom staan flamingo's zo vaak op één been
3. vergeet je jas niet mee te nemen
4. jan en joseph gingen kijken naar een wedstrijd van hun favoriete club psv

Slide 6 - Diapositive

Hoofdletters en leestekens
1. Wij hebben gister niet kunnen shoppen in Amsterdam, omdat onze auto pech had.
2. Waarom staan flamingo's zo vaak op één been?
3. Vergeet je jas niet mee te nemen !/.
4. Jan en Joseph gingen kijken bij een wedstrijd van hun favoriete club: PSV.

Slide 7 - Diapositive

Theorie: Hoofdletters en leestekens

''Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken als het een vraag is of een uitroepteken als het een zin met veel nadruk is.''

Slide 8 - Diapositive

Hoofdletters
Hoofdletters schrijf je:

- Aan het begin van een zin.
- Als de zin begint met 's, verschuift de hoofdletter. ('s Morgens liep ik naar school.).
- Bij namen van mensen, steden gebieden etc.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1 t/m 4 (blz. 80)
Hoe? Overleg op fluistertoon of aan de instructietafel
Hulp? Vraag elkaar of kijk in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan je doelen voor Taalverzorging 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek, zet ook de goede antwoorden in je schrift. 

Slide 10 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vandaag
Doelen
Sterk versus zwak
Theorie: Voltooid deelwoord
Aan de slag

Slide 13 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 14 - Diapositive

Sterk versus zwak
Wanneer is een werkwoord sterk of zwak? 

Pak je telefoon en join de les 

Slide 15 - Diapositive

Werken
A
Sterk
B
Zwak

Slide 16 - Quiz

Lopen
A
Sterk
B
Zwak

Slide 17 - Quiz

Zwemmen
A
Sterk
B
Zwak

Slide 18 - Quiz

Fietsen
A
Sterk
B
Zwak

Slide 19 - Quiz

Zwaaien
A
Sterk
B
Zwak

Slide 20 - Quiz

Krabben
A
Sterk
B
Zwak

Slide 21 - Quiz

Sterk versus zwak
Een werkwoord is sterk: Als hij de regels van ''het kofschip'' niet nodig heeft, er verandert een klank. (Lopen --> Liepen)
-----------------------------------------------------------------------
Een werkwoord is zwak: Als hij in de verleden tijd ''het kofschip'' nodig heeft. (Werken --> Werkte)

Slide 22 - Diapositive

Theorie: Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord: 

Staat vaak achteraan in de zin.
Begint vaak met ge-, be-, ont-, ver- 
Staat altijd in een zin, als er een ander werkwoord in de zin staat.


Slide 23 - Diapositive

Lopen --> Ik heb vandaag gelopen.
Fietsen --> Ik heb vandaag gefietst.
Zwemmen --> Ik heb vandaag gezwommen


Slide 24 - Diapositive

Voltooid deelwoord met een D/T?
- Maak het voltooid deelwoord langer om te kijken of er een D of T achter moet.
- JE SCHRIJFT EEN VOLTOOID DEELWOORD NOOIT MET -DT!
- Ik heb geklik......
- Ik heb gekrab......
- Ik heb gevraag......
- Ik heb verhuis.....

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maken 1 t/m 8 blz. 114
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek mag
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij, kijk je in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan doel 2 van TV 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek

Slide 26 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 27 - Diapositive

Vandaag
Doelen
Opdracht: Verkleinwoorden
Theorie: Verkleinwoorden
Aan de slag
Afsluiting

Slide 28 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 29 - Diapositive

Opdracht ''Verkleinwoorden''
Op het bord komen straks verkleinwoorden
Deze woorden schrijf je op en verklein je (Voor jezelf of in tweetal)

Bank --> Bankje
Tafel --> Tafeltje 

Slide 30 - Diapositive

Verkleinwoorden
Ketting
Boom
Auto
Stem 
Ring
Stoel

Slide 31 - Diapositive

Antwoorden
Ketting --> Kettinkje
Boom --> Boompje
Auto --> Autootje
Stem --> Stemmetje
Ring --> Ringetje
Stoel --> Stoeltje 

Slide 32 - Diapositive

Theorie: Verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Vaak doe je een achterzetsel achter het zelfstandig naamwoord.
- Je
- Pje
- Tje
- Etje

Slide 33 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1 t/m 4 vanaf blz. 156
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek bij zelfstandig werken
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +-20 minuten
Uitkomst? We werken aan doel 3 van TV 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek. En je maakt de opdrachten tot en met 10

Slide 34 - Diapositive

Doelen
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 35 - Diapositive

Vandaag
Doelen
Oefening voltooid deelwoord
Aan de slag
-----------------------------------------------------------------------
Bibliotheek

Slide 36 - Diapositive

Doelen TV 2
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Woorden in de juiste verkleinvorm schrijven.
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 37 - Diapositive

Oefening voltooid deelwoord
Op het bord komt een werkwoord.

Het is aan jou de taak om het werkwoord in het voltooid deelwoord te zetten.

Deze oefening doe je zonder overleg en voor jezelf

Slide 38 - Diapositive

Ronde 1
1. Klikken --> Ik heb ............
2. Rijden --> Ik heb ...........
3. Krabben --> Ik heb ............
4. Vechten --> Ik heb ..............
5. Vallen --> Ik ben .............

Slide 39 - Diapositive

Antwoorden Ronde 1
1. Klikken --> Ik heb geklikt
2. Rijden --> Ik heb gereden
3. Krabben --> Ik heb gekrabd
4. Vechten --> Ik heb gevochten
5. Vallen --> Ik ben gevallen

Slide 40 - Diapositive

Ronde 2
Blijken --> Er is .................
Slapen --> Ik heb .................
Bouwen --> ik heb ...............
Ontdekken --> Ik heb ...............
Geloven --> Ik heb ...............

Slide 41 - Diapositive

Antwoorden Ronde 2
Blijken --> Er is gebleken
Slapen --> Ik heb geslapen
Bouwen --> ik heb gebouwd
Ontdekken --> Ik heb ontdekt
Geloven --> Ik heb geloofd

Slide 42 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maken 1 t/m 8 blz. 114
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek mag
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij, kijk je in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan doel 2 van TV 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek + Begin met de opdrachten vanaf blz. 156 (lees eerst theorie)

Slide 43 - Diapositive

Doelen TV 2
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Woorden in de juiste verkleinvorm schrijven.
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 44 - Diapositive

Vandaag
Doelen 
Bespreken oefentoets
-----------------------------------------------------------------------
Keuzemenu
Aan de slag

Slide 45 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van Taalverzorging 2 kan ik: 

- Voltooide deelwoorden op juiste manier schrijven.
- Lastige werkwoorden herkennen en schrijven op de goede manier.
- Herkennen of de persoonsvorm in de tegenwoordige of verleden tijd geschreven moet worden.

Slide 46 - Diapositive

Bespreken oefentoets 
We bespreken de oefentoets taalverzorging. 

Als je iets wilt vragen, steek dan je vinger op, zo houden we het werkbaar :) 

Slide 47 - Diapositive

Keuzemenu
Je hebt je resultaten van je oefentoets. 

Het domein waarin je de meeste fouten hebt gemaakt, oefen je als eerst. 
Het domein waarin je de minste fouten hebt gemaakt, oefen je als laatst. 

Slide 48 - Diapositive

Keuzemenu
1. Voltooid deelwoord 
2. Lastige werkwoorden
3. Persoonsvorm verleden en tegenwoordige tijd

Slide 49 - Diapositive