Woorden 2.5 voor- en achtervoegsels

Welkom
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
- Uitleg woordvorming
- Maken opdrachten

Slide 2 - Diapositive

woorden
Veel woorden zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen. Je kent de afleidingen en samenstellingen

Slide 3 - Diapositive

afleiding en samenstelling
Een afleiding bestaat uit een kernwoord met een voorvoegsel en/of een achtervoegsel.  (versoepeling)

Een samenstelling bestaat uit twee of meer afzonderlijke woorden. (lesrooster)

> Schrijf eens voorbeelden op van voor- en achtervoegsels..

Slide 4 - Diapositive

Voor- en achtervoegsels
a- = niet
anti- = tegen
her- = opnieuw
over- = te veel
-baar = mogelijk/kunnend
-kundig = bekwaam
-rijk = veel bevattend

Slide 5 - Diapositive

Soms verandert de woordsoort door een voor- of achtervoegsel. 
bedenken = werkwoord
gebruik achtervoegsel -sel
bedenksel = zelfstand naamwoord

Slide 6 - Diapositive

Specifieke betekenis geven
- Ze kunnen het tegenovergestelde of iets negatiefs aangeven. (onevenwichtig)
- Ze kunnen een verandering of proces aangeven. (verrijking, automatiseren)
- Ze kunnen een einde van een proces aangeven. (uitmaken)

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
> Je hoort een woord
> Ga staan bij een afleiding
> Blijf zitten bij een samenstelling

Slide 8 - Diapositive

Kaftpapier

Slide 9 - Diapositive

Deurtje

Slide 10 - Diapositive

Afleiding

Slide 11 - Diapositive

Computertafeltjes

Slide 12 - Diapositive

Regelmatig

Slide 13 - Diapositive

Samenstelling

Slide 14 - Diapositive

Rekenmachine

Slide 15 - Diapositive

Zichtbaar

Slide 16 - Diapositive

Restauranthouder

Slide 17 - Diapositive

Kopietje

Slide 18 - Diapositive

Maken
opdracht 1 t/m 6, 8, 9, 11, 15 en 18
blz. 128-137

Slide 19 - Diapositive