M3 14-11
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Sleep de werkwoorden naar het juiste vak
Er Glück
Warum. du keinen Lust?
Die Kinder einfach Pech und deshalb verloren.
Jeden Tag René mit seiner Mutter Ärger
Sein Vater einen Bußgeld
Ich einen Hund
Voltooid deelwoord
Onvoltooid verleden tijd
Onvoltooid tegenwoordige tijd
habe
gehabt
hat
gehabt
hattest
hatten
hat
gehabt
hatte
gehabt
Slide 3 - Question de remorquage
Sleep de werkwoorden naar het juiste vak
Er drei Äpfel
Warum. du mir keinen Hand?
Das Pferd. sehr schnell.
Jeden Tag René mit seiner Mutter
Sein Vater einen Bußgeld
Ich in Amsterdam
Voltooid deelwoord
Onvoltooid verleden tijd
Onvoltooid tegenwoordige tijd
habe
gewohnt
hat
gekauft
gabst
war
hat
telefoniert
hat
bezahlt
Slide 4 - Question de remorquage
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij
wij
jullie
zij / u
het
zij
Slide 5 - Question de remorquage
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 6 - Question de remorquage
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 7 - Question de remorquage
Horen de voorzetsels bij de derde of bij de vierde naamval?
3e naamval
4e naamval
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
durch
für
gegen
ohne
um
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Was fandest du von dieser Unterrichtsstunde?
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Sondage
Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet maken van:
alleen de: zwakke werkwoorden
alleen de:werkwoorden op -ieren
alleen de:werkwoorden met be- en ver- ervoor.
alleen de:sterke werkwoorden
al twee van de hier genoemde regels.
allemaal (zie hierboven genoemd)
nog niets;Je begrijpt er nog niets zo veel van.
Slide 14 - Sondage
Lernziele:
Ik kan de Präpositionen(voorzetsels) met de derde naamval vertalen
Ik kan de juiste Personalpronomen(persoonlijke voornaamwoorden) vertalen
Ik kan de Präpositionen(voorzetsels) met de derde naamval vertalen
Ik kan de juiste Personalpronomen(persoonlijke voornaamwoorden) vertalen
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Sondage
Ik weet hoe ik mijn eigen schrijfopdracht kan verbeteren.
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Kun je de werkwoorden haben/sein vervoegen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Sondage
Hoe ging het lezen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Sondage
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)
