Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Na Klar Kap 3 sterke ww + 4de naamval
Vertaal: genau
A
exact
B
precies
C
opwindend
D
opvallend
1 / 18
suivant
Slide 1:
Quiz
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
100 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vertaal: genau
A
exact
B
precies
C
opwindend
D
opvallend
Slide 1 - Quiz
Vertaal: aufregend
Slide 2 - Question ouverte
Vertaal: müde
Slide 3 - Question ouverte
Vul aan:
sehen - er ....
A
sehst
B
seht
C
sieht
D
siehst
Slide 4 - Quiz
Vul aan:
fallen - du
A
fallt
B
fällt
C
fällst
D
fallst
Slide 5 - Quiz
Vul aan:
nehmen - ihr
A
nimmt
B
nehmt
C
nimmst
D
nehmst
Slide 6 - Quiz
Vul aan:
geben - es ....
A
gebt
B
gibt
C
gebe
D
gibst
Slide 7 - Quiz
Welke vorm is juist?
anfangen- ihr.....
A
anfangt
B
fangt an
C
fängt an
D
anfängt
Slide 8 - Quiz
Welke vorm is juist?
stehen- ihr...
A
stieht
B
stiehst
C
stehst
D
steht
Slide 9 - Quiz
Vertaal het deel tussen haakjes:
(Door ons) hat sie schlechte Noten
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal het deel tussen haakjes:
Wir spielen (tegen hen).
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal het deel tussen haakjes:
Ich kaufe ein Buch (voor hem).
Slide 12 - Question ouverte
Vul in:
Du kannst (hem) wirklich glauben.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
es
Slide 13 - Quiz
Welk voorzetsel hoort niet in het rijtje thuis van voorzetsels met de vierde naamval?
A
durch
B
um
C
für
D
mit
Slide 14 - Quiz
Welk antwoord is juist?
Kan ik de spijkerbroek nog ruilen?
A
Kann ich der Jeans noch umtauschen?
B
Kann ich die Bruch noch umtauschen?
C
Kann ich die Jeans noch umtauschen?
D
Kann ich die Jeans noch umwechseln?
Slide 15 - Quiz
Sterke Werkwoorden met een lange -e in stam veranderen altijd in een -ie bij de du/er/sie/es-vorm.
A
Ja
B
Nee, in een -i
C
Meestel, maar niet bij gehen, stehen, nehmen en geben
D
nooit
Slide 16 - Quiz
Vul aan:
laufen - er ....
A
lauft
B
läufst
C
laufst
D
läuft
Slide 17 - Quiz
Vul aan:
essen - ihr ....
A
isst
B
esst
C
ist
D
est
Slide 18 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Na Klar Kap 3 les 4
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
HNE Duits V2 Kapitel 4, Frühstück + werkwoorden met vaste naamval
Mars 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
Décembre 2018
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
DT3A K2 persoonlijke voornaamwoorden/voorzetsels 3e naamval
il y a 17 jours
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
DT3A K2 persoonlijke voornaamwoorden/voorzetsels 3e naamval
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
K2 les 2 grammatik + lezen
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Secondary Education
2 VWO Werkwoorden 1e 3e 4e naamval + voorzetsels
Janvier 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU4 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Secondary Education