M&W les 2

seizoenen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en MaatschappijISK

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

seizoenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mei
januari
augustus
november
april
december
juni
maart
oktober
februari
juli
september

Slide 2 - Question de remorquage

Maanden van het jaar laten noemen. Daarna in de goede volgorde zetten.
Bovenaan beginnen met december.
leerdoelen:
- Je weet dat de aarde schuin staat
- Je begrijpt waarom er seizoenen zijn
- je leert hoeveel dagen een maand heeft
- je leert wat een schrikkeljaar is

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn er seizoenen? 
Waarom is het niet het hele jaar door hetzelfde weer? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrikkeljaar

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

schrikkeljaar:
Een schrikkeljaar heb je om de 4 jaar.
Dat jaar heeft dan 366 dagen.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel dagen zitten er in een schrikkeljaar?
A
364
B
365
C
366
D
367

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vaak komen schrikkeljaren voor?
A
Eens in de 2 jaar.
B
Eens in de 4 jaar.
C
Eens in de 10 jaar.
D
Eens in de 16 jaar.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen zitten er in een maand? 


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Truckje voor de maanden
  • Knokkels (31 dagen)
  • Kuiltjes (30 dagen)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen heeft de maand juni?
A
30
B
31
C
28

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen heeft de maand februari?
A
28
B
29
C
30
D
31

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3O dagen
31 dagen
28 of 29 dagen
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
- Maak de opdrachten uit je seizoenen werkboekje verder af. 
- Klaar? maak dan de tekening achterin je boekje. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat weet je nu over de seizoenen?
1. Er zitten ..... dagen in een jaar.
2. Er zitten ...... weken in een jaar.
3. Er zitten ...... maanden in een jaar.
4. De aarde staat ....... tegenover de zon.
5. Er zijn seizoenen omdat......
6. Een maand heeft ....... dagen.
7. Een schrikkeljaar is.......

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions