seizoenen en de maanden

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃
1 / 20
suivant
Slide 1: Sondage
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de datum van vandaag?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wij leren wat de seizoenen zijn
en..in welke maand is het welk seizoen??

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

seizoenen en de maanden

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De seizoenen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel seizoenen zijn er?
A
7
B
12
C
5
D
4

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel maanden heeft 1 jaar ?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijf de 4 seizoenen op

Slide 9 - Carte mentale

Welke woorden ken je al over de seizoenen?
welk seizoen is het nu?
A
zomer
B
herfst
C
lente
D
winter

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

in welke maand ben jij jarig

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

mei
januari
augustus
november
april
december
juni
maart
oktober
februari
juli
september

Slide 12 - Question de remorquage

Maanden van het jaar laten noemen. Daarna in de goede volgorde zetten.
Bovenaan beginnen met december.
wat komt na de herfst?
A
de winter
B
de zomer

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de goede volgorde?
A
herfst-winter-lente-zomer
B
herfst-zomer-lente-winter

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke maand hoort bij welk seizoen?
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
october
november
december

Slide 15 - Question de remorquage

Eerst de plaatjes bespreken.
wat komt na de winter
A
de herfst
B
de lente

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bewolkt
mist/
mistig
zonnig
sneeuw

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

als het regent heb je nodig
A
een paraplu
B
een ring
C
een regenjas
D
pen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar...
Pak nu je laptop en ga verder met
Diglin

succes

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions