Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1BKM - PV, WWG en O
onderwerp
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
onderwerp
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Ik weet hoe ik het onderwerp in een zin kan vinden
Ik kan het onderwerp in een zin vinden
Ik weet hoe ik het werkwoordelijke gezegde kan vinden
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden
Slide 2 - Diapositive
De persoonsvorm
Wat voor woord is de persoonsvorm?
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Jantien won gisteren de gouden medaille.
A
Jantien
B
won
C
gisteren
D
de gouden medaille
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Fiets jij elke ochtend naar school?
A
Fiets
B
jij
C
elke ochtend
D
naar school
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Wanneer ben jij jarig?
A
Wanneer
B
ben
C
jij
D
jarig
Slide 6 - Quiz
Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 7 - Sondage
Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde:
bestaat uit alle
werkwoorden
in een zin!
Slide 8 - Diapositive
Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het naamwoordelijk gezegde
C
het werkwoordelijk gezegde
D
de persoonsvorm
Slide 9 - Quiz
Gaat Joris vanavond skaten?
Het werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 10 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
heeft
B
heeft gehaald
C
gehaald
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 11 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Jip heeft gisteren een ijsje gegeten'
A
heeft
B
heeft gegeten
C
gegeten
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 12 - Quiz
Ik kan het werkwoordelijk gezegde
in een zin vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Sondage
Het onderwerp
Je zoekt eerst het WWG in een zin
Dan vraag je
WIE / WAT + WWG?
Het antwoord op die vraag is het onderwerp (O)
Slide 14 - Diapositive
Voorbeeld
De jongen gaat naar school
De persoonsvorm = gaat
Wie/wat + pv = onderwerp --> Wie/wat + gaat
Wie gaat (naar school?)
Onderwerp = de jongen
Slide 15 - Diapositive
Onderwerp = wie/wat + wwg
Joop/
heeft
/ gisteren / voetbaltraining /
gehad
.
pv+wwg wwg
onderwerp =
wie/wat
heeft gehad
?
Slide 16 - Diapositive
Wat is het onderwerp?
Mijn moeder doet altijd de boodschappen.
A
Mijn moeder
B
doet
C
altijd
D
de boodschappen
Slide 17 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Waarom lust jij geen spruitjes?
A
Waarom
B
lust
C
jij
D
geen spruitjes
Slide 18 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Voetbal is ook een sport voor meisjes.
A
Voetbal
B
is
C
een sport
D
voor meisjes
Slide 19 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 20 - Quiz
Ik kan het onderwerp in een zin vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Sondage
Check op de lesdoelen:
Ik kan een zin ontleden in PV, WWG en O.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
pv - ond - wwg b1E
Mars 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
Mars 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Onderwerp /pv
Octobre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
TH1: Grammatica: pv, wg, ow
Novembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
Mai 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
TH1: Grammatica: pv, wg, ow
Septembre 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Pro onderwerp /pv/ww gezegde
il y a 23 jours
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Pro onderwerp /pv/ww gezegde
Novembre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2