Paragraaf 2

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 2: Gemiddelde snelheid

Slide 2 - Diapositive

Waar gaan we het over hebben?

Gemiddelde snelheid berekenen
Snelheden omrekenen
Afstand en tijd berekenen

Slide 3 - Diapositive

Waarom gemiddelde snelheid?

Slide 4 - Diapositive

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is de goede formule om snelheid uit te rekenen?
A
v = s : t
B
v = s x t
C
s = v x t
D
s = v : t

Slide 7 - Quiz

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
40 : 2,5 = 16 km/h
B
2,5 : 40 = 0,0625 km/h
C
40 x 2,5 = 100 km/h

Slide 8 - Quiz

Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:

Fietsroute: 24 kilometer lang
Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur

A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten

Slide 9 - Quiz

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid 110 km/h. Berekenen hoelang de auto over die afstand rijdt.
A
385 : 110 = 3,5 h
B
110 : 385 = 0,29 h
C
385 x 110 = 42350 h

Slide 10 - Quiz

Omrekenen van snelheid
  • Omrekenen van kilometer naar meter
1 km = 1000 m

  • Omrekenen van uur naar seconde
1 uur = 60 minuten = 3600 seconde

  • Omrekenen van km/h naar m/s
36 km/h = 10 m/s

Slide 11 - Diapositive

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
108 x 3,6 = 389 m/s
B
108 : 10 = 10,8 m/s
C
108 : 3,6 = 30 m/s

Slide 12 - Quiz

Je rekent uit hoe snel je van school naar huis fietst. Je komt uit op een snelheid van 5 m/s. Hoeveel km/h is dit?
A
5 x 3,6 = 18 km/h
B
5 : 10 = 0,5 km/h
C
5 : 3,6 = 1,4 km/h

Slide 13 - Quiz

1 min 20 s= ... seconden
A
1,2 x 60 = 72 s
B
60 + 20 = 80 s
C
1,2 : 60 = 0,02 s
D
60 - 20 = 40 s

Slide 14 - Quiz

45 minuten =
A
45 X 60 = 2700 h
B
45 : 60 = 0,75 h

Slide 15 - Quiz

Je fietst naar school in 30 minuten. De afstand is 8 km. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
8 x 30 = 240 km/h
B
8 x 0,5 = 4 km/h
C
8 : 30 = 0,27 km/h
D
8 : 0,5 = 16 km/h

Slide 16 - Quiz

Aan het werk!
Maak opgave 12 t/m 23 op blz 101 t/m 104 van je werkboek
19b: Alleen het eindantwoord invullen, berekening hoeft niet

Klaar? Maak ook de plusstof

Slide 17 - Diapositive

Antwoorden

Slide 18 - Diapositive

12. A
13. D
14. B
15. C
800 m : 180 s = 4,444 m/s
4,444 x 3,6 = 16 km/h

16. Afstand : snelheid
17. a. Meters ... seconden
      b. Kilometer per uur

18. a. Afstand = 1100 km
            tijd = 13 h
       afstand : tijd = 1100 : 13
       = 85 km/h
      b. Je neemt ook pauzes    
           onderweg

Slide 19 - Diapositive

19. a. 500 m : 40 s = 12,5 m/s
      b. 12,5 x 3,6 = 45 km/h

20. a. afstand = 400 m
            tijd = 47,6 s
          400 : 47,6 = 8,40 m/s
          8,4 x 3,6 = 30,2 km/h
     


    b. afstand = 200 m
          tijd = 1 min 44 = 104 s                   200 : 104 = 1,92 m/s
          1,92 x 3,6 = 6,91 km/h

    c.   afstand = 1500 m
           tijd = 1 min 54 = 114 s
           1500 : 114 = 13,16 m/s
           13,16 x 3,6 = 47,38 km/h

Slide 20 - Diapositive

21. Schaatsen, hardlopen, zwemmen

Slide 21 - Diapositive

22. a. 1,8 cm, in werkelijkheid
        200 x 1,8 = 360 cm = 3,6 m

      b. afstand = 3,6 m, tijd = 3 s
      3,6 : 3 = 1,2 m/s
      1,2 x 3,6 = 4,32 km/h


     c. afstand = 200 x 5,3 = 
     1060 cm = 10,6 m
      tijd = 3 s
      10,6 : 3 = 3,5 m/s
       3,5 x 3,6 = 12,6 km/h

Slide 22 - Diapositive

23.  gemiddelde snelheid = 165 km/h
         tijd = 3 h

         afstand = gemiddelde snelheid x tijd
         165 x 3 = 495 km

Slide 23 - Diapositive