Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: t/m 5.5
● Uitleg: 5.6
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat een wortelformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
deelstreep
5.6: Formules met
kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 2 - Diapositive
. . .
. . .
. . .
Exponent
Grondtal
Grondgetal
Macht
Slide 3 - Question de remorquage
Rekenvolgorde
1.
2.
3.
4.
Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Machten, Kwadrateren en worteltrekken.
Slide 4 - Question de remorquage
Bereken:
92
A
3
B
81
C
18
D
72
Slide 5 - Quiz
Bereken:
152
A
150
B
169
C
196
D
225
Slide 6 - Quiz
Bereken:
√2500
A
1250
B
15
C
50
D
500
Slide 7 - Quiz
Bereken:
√49
A
7
B
9
C
24,5
D
98
Slide 8 - Quiz
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 9 - Question ouverte
Terugblik
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 10 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 11 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 12 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 13 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 14 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 15 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 16 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 17 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 18 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 19 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 20 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 21 - Diapositive
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 = 30
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 22 - Diapositive
Waar moet je aan denken als je dit op je rekenmachine gaat uitrekenen?
6⋅15−2⋅325+2
6⋅15−2⋅325+2
Slide 23 - Question ouverte
Terugblik
op de rekenmachine denken aan de haakjes:
6⋅15−2⋅325+2
6⋅(15−2⋅3)(25+2)=18
Slide 24 - Diapositive
Hoe noem ik zo'n grafiek?
6⋅15−2⋅325+2
Slide 25 - Question ouverte
Terugblik
Slide 26 - Diapositive
Terugblik
Slide 27 - Diapositive
Toets in je rekenmachine in:
Je komt dan uit op 36.
Het punt (40 ; 36)
ligt op de grafiek.
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
uitwerking b:
a = 0 -->
a = 40 --> Hoogte in m = 36, want dat hebben we al in opg 74a berekend.
a = 80 -->
a = 120 -->
etc.
hoogteinm=1,08⋅0−0,0045⋅02=0
hoogteinm=1,08⋅80−0,0045⋅802=57,6
hoogteinm=1,08⋅120−0,0045⋅1202=64,8
Slide 30 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 31 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 32 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 33 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 34 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 35 - Diapositive
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Het hoogste punt van de brug ligt dan 25 + 64,8 = 89,8 m hoogte.
Slide 36 - Diapositive
5.6: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
Slide 37 - Diapositive
5.6: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Slide 38 - Diapositive
5.6: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Geen wortelformule, want variabele niet onder wortelteken.
Slide 39 - Diapositive
5.6: Grafiek tekenen bij formules met wortels
Stappenplan grafiek tekenen:
Vul de tabel in door de formule te gebruiken.
Teken het assenstelsel (indien nodig)
Zet de punten in de grafiek.
Teken de lijn door de punten. Ook bij een wortelformule hoort een vloeiende kromme. Deze is alleen niet symmetrisch en geen parabool.
Slide 40 - Diapositive
5.6: Formules met wortel
Als je wortels in de rekenmachine doet:
Zet alles onder het wortelteken tussen haakjes.
Voorbeeld: intoetsen geeft
√25+12+2
√(25+12)+2
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Wat heb je over 5.6 geleerd?
... wat een wortelformule is. Een formule waar de variabele onder het wortelteken staat;
.. dat een grafiek van een wortelformule een vloeiende kromme is. Je mag het dus niet tekenen met geodriehoek, je mag er geen haperingen in hebben zitten en geen hoeken.
Nu alleen nog zelf oefenen, zodat je het zelf kunt en je de leerdoelen behaald hebt.
Slide 44 - Diapositive
Huiswerk
Maken:
blz. 42: opg. 83, 84, 86 (kies 1 uit 87 of 88) en 89
Nakijken:
Alles wat je gemaakt hebt van H5
timer
4:00
Achter de les
Slide 45 - Diapositive
Leerdoelen behaald?
Je weet wat een wortelformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
deelstreep
5.6: Formules met
kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 46 - Diapositive
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.