Nederlands herhaling mavo 2

Nederlands
Proefwerkweekstof 
H3: grammatica, spelling, 
over taal en lezen
H4: grammatica en spelling

Succes, kanjers! 

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Proefwerkweekstof 
H3: grammatica, spelling, 
over taal en lezen
H4: grammatica en spelling

Succes, kanjers! 

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 3 grammatica 
Aan het einde van deze paragraaf: 
- kun je de bijvoeglijke bepaling en de bijstelling in zinsdelen benoemen; 
- ken je het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en bijvoeglijke bepaling; 
- kun je het koppelwerkwoord benoemen. 

Slide 2 - Diapositive

Zinsontleding
Persoonsvorm: vraagzin maken, tijd of getal veranderen
Zinsdelen: elk woord voor de persoonsvorm plaatsen
Werkwoordelijk gezegde: persoonsvorm + overige werkwoorden
 

Slide 3 - Diapositive

Zinsontleding
Onderwerp: wie/wat + werkwoordelijk gezegde?
Lijdend voorwerp: wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Meewerkend voorwerp: Aan of voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 

Slide 4 - Diapositive

Hoe onthoud je de volgorde?
De zin met een vaste volgorde ontleden (persoonsvorm t/m meewerkend voorwerp), daarna de bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling zoeken.


Pip Zingt Werkelijk Ook Leuk Mee.

Slide 5 - Diapositive

Wat is het onderwerp? Gisteren hebben de jongens goed geleerd.
A
Gisteren
B
hebben geleerd
C
de jongens
D
goed

Slide 6 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp? Ik heb de toets aan de docent gegeven.
A
Ik
B
de toets
C
de docent
D
aan de docent

Slide 7 - Quiz

Bijvoeglijke bepaling 
- Geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
- Noemt een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
- Kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan.

Voorbeeldzin:
Een bekende artiest uit Amerika / heeft / 750 albums / verkocht.


Slide 8 - Diapositive

Wat is de bijvoeglijke bepaling? Mijn tante uit Amsterdam komt morgen langs.
A
Mijn tante
B
uit Amsterdam
C
komt
D
morgen

Slide 9 - Quiz

Ontleedtekens 

Slide 10 - Diapositive

Bijstelling
- Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel. 
- Een bijstelling noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer, maar dan met andere woorden.

Voorbeeldzin:
Door meneer Vissers, mijn docent, vind ik Duits leuk.


Slide 11 - Diapositive

Waaraan herken je een bijstelling?
A
staat in een vraagzin
B
begint nooit met een voorzetsel
C
aan de komma's
D
staat altijd achteraan in de zin

Slide 12 - Quiz

Wat is de bijstelling? De maaltijd, een heerlijke pastaschotel, werd snel gebracht.
A
De maaltijd, een heerlijke pastaschotel,
B
een heerlijke pastaschotel
C
werd
D
werd gebracht

Slide 13 - Quiz

Wat is het verschil
tussen zinsontleding
en woordsoortbenoeming?

Slide 14 - Carte mentale

Woordsoortbenoeming
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsels, koppelwerkwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord en wederkerig voornaamwoord.

Bekijk de PowerPoints op Itslearning! 

Slide 15 - Diapositive

Koppelwerkwoord
- Er zijn negen koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. 
- Het koppelwerkwoord geeft géén handeling aan, maar het koppelt het onderwerp van een zin aan het deel waarin een bijvoeglijk en/of zelfstandig naamwoord staat. Het onderwerp doet niet iets, maar is iets.

Slide 16 - Diapositive

Hoofdstuk 4 grammatica 
Aan het eind van deze paragraaf: 
- kun je het naamwoordelijk gezegde in een zin benoemen;
- kun je het bijvoeglijk naamwoord in een zin met een koppelwerkwoord benoemen. 

Slide 17 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
Het koppelwerkwoord komt voor bij een naamwoordelijk gezegde en koppelt het onderwerp aan een eigenschap. 

Voorbeeld:
De boom is prachtig.
De boom = prachtig
Naamwoordelijk gezegde = is prachtig 

Slide 18 - Diapositive

Verschil 
Werkwoordelijk gezegde = handeling
Naamwoordelijk gezegde = doet niks, maar is iets

Slide 19 - Diapositive

Evert schijnt boos te zijn op zijn vriend vanwege een nare opmerking.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 20 - Quiz

De griepgolf is dit jaar gelukkig aan mij voorbijgegaan.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 21 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord hoort bij grammatica zinsontleding.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Bijvoeglijk naamwoord 
- Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het voegt een eigenschap toe. 
- Het kan op verschillende plaatsen in de zin staan.


Voorbeeld:
Een achtbaan is meestal spannend.
Spannend is een achtbaan meestal.



Slide 23 - Diapositive

Wat is het woord elkaar? De mensen mogen elkaar geen knuffel geven.

A
wederkerend voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
wederkerig voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 24 - Quiz

Wat is het woord saai? De film die ik heb gezien was saai.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
wederkerend voornaamwoord

Slide 25 - Quiz

Iemand nog vragen
over grammatica?

Slide 26 - Carte mentale

Oefenvragen 
Oefenvragen over spelling, over taal en lezen. 

Slide 27 - Diapositive

Honden zijn de … dieren die worden behandeld als mensen.
A
enige
B
enigen

Slide 28 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
monniken
B
moniken
C
monnikken
D
mooniken

Slide 29 - Quiz

Maak een samenstelling van rogge + brood.
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 30 - Quiz

Noteer de woorden korter:
inrit en uitrit
A
In en uitrit
B
in- en uitrit
C
kan niet korter
D
inrit en uit-

Slide 31 - Quiz

Is het woord kano’tje goed of fout geschreven?
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quiz

Wat is een ander woord voor fysiek?
A
lichamelijk
B
geestelijk

Slide 33 - Quiz

Dat … jij wel zeggen, maar ik heb zelf gezien dat het niet zo is.
A
ken
B
kun

Slide 34 - Quiz

Wat is een kernzin?

Slide 35 - Question ouverte

Wat is een infographic?

Slide 36 - Question ouverte

Welke vragen heb
je nog?

Slide 37 - Carte mentale

Ik denk dat ik voor het proefwerk een voldoende ga halen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage