Les 2 verslaving

Q3 Optreden plaats incident
Optreden overlast 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Q3 Optreden plaats incident
Optreden overlast 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik 
  • Kennen en kunnen 
  • LVB
  • VR brillen
  • Theorie verslaving 
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Kennen en kunnen
Kennen:
• Ik ken de verschillende (psychische) ziektebeelden en verschijnselen en de kenmerken van de verstandelijke beperkingen.
• Ik herken problematiek als gevolg van een Licht Verstandelijke Beperking. Ik ken de Handreiking “LVB.
Kunnen:
• Ik kan omgaan /contact maken? met mensen met problematisch gedrag .
• Ik kan in verschillende situaties uit de politiepraktijk, relevante kennis en vaardigheden toepassen om betrokkenen met deze problematiek professioneel, tactisch en effectief te benaderen. (denk hierbij aan de benaderingswijzen, gespreksvaardigheden, observeren, signaleren en schriftelijke afhandeling)
• Je kunt beschrijven hoe het optreden bij problematiek betreffende het werkmodel (stappenplan)Hazelhof verloopt.
• Je kunt je eigen functioneren in de omgang met een zorgvrager met psychiatrische problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking analyseren.
• Je kunt de betrokkene met respect en empathie benaderen.
• Je kunt aantonen dat je professioneel en integer handelt, overeenkomstig de waarden en missie van de Nationale Politie ( mede vormgegeven in de “Beroepscode politie”)


Slide 3 - Diapositive

Wat wil je leren ten aanzien van LVB

Slide 4 - Carte mentale

Opdracht
In tweetallen ga je de vragen van anderen beantwoorden 

Slide 5 - Diapositive

VR Brillen 
Alleen de LVB optie 

Slide 6 - Diapositive

Wat is 'verslaving'?

Slide 7 - Question ouverte

Verslaving
Verslaving: als je niet meer zonder een middel kunt, lichamelijk of psychisch. steeds meer nodig hebt van een bepaald middel om hetzelfde effect te bereiken.

Er bestaan twee soorten verslaving: verslaving aan stoffen (zoals alcohol en nicotine) en verslaving aan gedrag (zoals gokken of gamen).

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Criteria DSM IV
De elf criteria van een stoornis in het gebruik van middelen zijn:
  •  vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was
  • mislukte pogingen om te minderen of te stoppen
  • gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd
  • sterk verlangen om te gebruiken
  • door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis
  • het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken. 

Slide 10 - Diapositive

Criteria DSM IV
  • blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak
  • door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk
  • voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt
  • voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of deze verergert
  • grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hersenen en verslaving
Verschillende delen van de hersenen zijn betrokken bij verslaving:

Het beloningscentrum. Dit centrum in de hersenen zorgt ervoor dat je je lekker voelt.
Het geheugen. Het geheugen zorgt ervoor dat je positieve ervaringen herinnert.
De nieuwe hersenen (neocortex). Een deel van de nieuwe hersenen zorgt ervoor dat niet meteen toegegeven wordt aan allerlei verlangens.

Slide 13 - Diapositive

Beloningscentrum
Het beloningscentrum in de hersenen zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen met een prettig gevoel beloond worden.
 Het beloningscentrum zit in de middenhersenen. De middenhersenen zijn ook betrokken bij instincten, verlangens, dorst, hongergevoel en emoties als woede en angst.
Alcohol en drugs zijn in staat om het beloningscentrum op een zeer krachtige manier te prikkelen. Om die reden ga je je na gebruik van drugs lekker voelen.

Slide 14 - Diapositive

Dopamine 
(neurotransmitter, ookwel boodschappersstofje)
Het beloningscentrum wordt geprikkeld door een bepaald stofje in de hersenen. Dit stofje heet dopamine. De meeste drugs zorgen ervoor dat dopamine op een directe of op een indirecte manier afgegeven wordt. De afgegeven dopamine wordt opgevangen door zogenaamde dopamine receptoren.
 

Dopamine zorgt voor een gevoel van geluk. Hierdoor voelen we ons beloond. Dit wordt ook aangemaakt tijdens bijv. sporten. 

Slide 15 - Diapositive

Genen
Nu kan een bepaald gen ervoor zorgen dat er minder dopaminereceptoren zijn. Het beloningscentrum functioneert dan minder goed.

Bij een minder goed functionerend beloningscentrum zal het gebruik van drugs bij de betrokken persoon een zeer krachtige en positieve ervaring opleveren. Hierdoor zijn zij vatbaarder voor verslaving. Deze genetische structuur is erfelijk bepaald.

Slide 16 - Diapositive

Afname receptoren
Door frequent gebruik van drugs neemt het aantal dopaminereceptoren af. Hierdoor zal meer gebruikt moeten worden om het oorspronkelijke effect nog te kunnen voelen. Zo kan langdurig gebruik blijvende veranderingen in het brein veroorzaken.

Slide 17 - Diapositive

Geheugen
Het positieve gevoel na gebruik (en de omstandigheden waaronder dit gebruik plaatsvindt) wordt door de middenhersenen in het geheugen opgeslagen. Het vormen zeer krachtige herinneringen die later een sterke trek of verlangen kunnen oproepen.

Slide 18 - Diapositive

Neocortex
De nieuwe hersenen of wel de neocortex vormen het rationele deel van de hersenen.

Een deel van de cortex heeft tot taak de conflicten tussen verlangens (verlangen naar het effect en de roes van drugs) enerzijds en rationele overwegingen (ik moet morgen werken) anderzijds in goede banen te leiden.

De middenhersenen zullen willen toegeven aan dit verlangen. De nieuwe hersenen zullen dit willen voorkomen. Bij verslaafden functioneert de neocortex minder goed. Door het voortdurende gebruik kan dit steeds minder goed functioneren.

Slide 19 - Diapositive

Eens of oneens

Slide 20 - Diapositive

Ouders die op het terras alcohol kopen voor hun minderjarige kind, moeten een boete krijgen.
Eens
Oneens

Slide 21 - Sondage

Ik vind dat drugs gelegaliseerd moeten worden.
Eens
Oneens

Slide 22 - Sondage

Zonder alcohol/drugs vind ik uitgaan/een feestje minder leuk. Eens of oneens?
Eens
Oneens

Slide 23 - Sondage

Afsluiten
Vragen? 
Volgende keer -> Verwarde personen

Slide 24 - Diapositive