6. De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders.



5. Fabrikanten en arbeiders


6. De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



5. Fabrikanten en arbeiders


6. De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen...
- waarom en hoe het liberalisme de belangen van de fabrikanten verdedigde
- op welke wijze de socialisten de positie van de arbeiders probeerden te verbeteren.

Slide 3 - Diapositive

Aan het begin van de Industriële Revolutie...
  • Eind van de standenmaatschappij, begin van de klassenmaatschappij.
    (opleiding, beroep en inkomen zijn erg belangrijk.)
  • Fabrikanten bepaalden hoe lang, onder welke omstandigheden en tegen welke beloning de arbeiders moesten werken. 
  • Arbeiders konden makkelijk worden ontslagen.

Slide 4 - Diapositive

De Sociale Kwestie: Artsen, priesters, schrijvers etc. worden bewust dat er een groot verschil tussen sociale groepen (arm-rijk) is ontstaan en gaan op zoek naar een oplossing.
  • In de 19e eeuw: artsen, dominees, priesters, schrijvers en journalisten maken zorgen over slechte werk- en leef omstandigheden van de arbeiders. (ellende fabrieken/arbeidersbuurten)
  • Gevolg: via brieven in kranten, rapporten en boeken kwam een maatschappelijke discussie op gang over slecht werk- en leefomstandigheden van de arbeiders-> Er moet een politieke oplossing komen -> Sociale Kwestie 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Kapitalisme
Adam Smith (filosoof): eigenbelang was de sleutel tot een betere wereld.

De samenleving: 
1. Productiefactoren (natuur, kapitaal en arbeid) in handen van particulieren. 
2. Prijs wordt bepaalt door vraag en aanbod.
3. Doel: zo veel mogelijk winst maken!

Slide 7 - Diapositive

Liberalisme
  • Eigenbelangen is belangrijk
  • Vrijheid!
  • Overheid moet zo min mogelijk niet met de economie en de burgers bemoeien
  • Privébezit

Slide 8 - Diapositive

"HET RODE SPOOK WAART DOOR EUROPA"
Het communisme:
Karl Marx en zijn pamflet "Het Communistisch Manifest"

Klassenstrijd: de samenleving is oneerlijk verdeeld tussen de bourgeoisie vs. het proletariaat.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

  • Sociaaldemocraten:
  • Politiek: overheid moet ingrijpen in de sociale kwestie, arbeidsomstandigheden verbeteren met wetten: woningwet, verbod op kinderarbeid.
  • Economie: overheid moet de welvaart eerlijker verdelen met hogere belastingen en uitkeringen en hulp voor arme mensen.
  • Communisten willen gelijke rechten voor iedereen bereiken door middel van een revolutie van de arbeidersklasse.

Slide 11 - Diapositive

Wat waren de enclosure acts?

Slide 12 - Question ouverte

Wat heeft niet te maken met de Agrarische Revolutie?
A
Mechanisering
B
Nieuwe fokmethodes
C
Meer veevoer
D
Spinning Jenny

Slide 13 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van de transportrevolutie?
A
Vliegtuigen bouwen
B
Van Engeland naar Frankrijk varen
C
Kanalen graven
D
Zandwegen maken

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van de demografische revolutie?
A
Mensen worden minder ziek
B
Mensen leven langer
C
Transportrevolutie
D
Agrarische Revolutie

Slide 15 - Quiz

Wat is huisnijverheid?
A
Fabrieken
B
Werken met stoommachines
C
Spullen thuis maken
D
Spinning Jenny

Slide 16 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat er veranderde tijdens de Industriële Revolutie

Slide 17 - Question ouverte

Geef drie voorbeelden van arbeidsomstandigheden tijdens de Industriële Revolutie

Slide 18 - Question ouverte

Wat was GEEN oorzaak van het Modern Imperialisme?
A
Behoefte aan grondstoffen
B
Wit-superioriteitsgevoel
C
Behoefte aan een plek om producten te verkopen
D
Angst voor het buitenland

Slide 19 - Quiz

Wie zegt dit?
Arbeiders moeten voor zichzelf zorgen
A
liberalen
B
Communisten
C
Sociaaldemocraten

Slide 20 - Quiz

Wie zegt dit?
Er moeten wetten komen om arbeiders te beschermen.
A
Liberalen
B
Communisten
C
Sociaaldemocraten

Slide 21 - Quiz

Wie zegt dit?
De arbeidersklassen moet een revolutie beginnen.
A
Liberalen
B
Communisten
C
Sociaaldemocraten

Slide 22 - Quiz

Huiswerk & Toetsen 
Huiswerk.
  • opdrachten uit het werkboek
  • presentatie maken van de leerdoelen van paragraaf 5.6 (3 slides per leerdoel)

Toetsen
  • PW H5 volgende week via Kwizl (LOR surveillant)



Slide 23 - Diapositive