4havo H2 Beweging - Uitleg en oefenen voor toets - 22-1-2021
Planning
Bespreken opgaven uit Zelftoets 1:
3, 4 en 5
Aanvullende opgaven maken bij deze opgaven
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planning
Bespreken opgaven uit Zelftoets 1:
3, 4 en 5
Aanvullende opgaven maken bij deze opgaven
Slide 1 - Diapositive
3. Botsproef
Tussen t = 0 en t = 0,02 s rijdt de auto met constante snelheid naar de muur. De botsing start op t = 0,02 s en eindigt op t = 0,10 s. Daarna ‘veert’ de auto terug naar achteren.
Hoe groot is de gemiddelde vertraging van de auto tijdens de botsing?
Slide 2 - Diapositive
Aanpak
- grafiek analyseren
- formule voor gemiddelde vertraging (a) weten
Slide 3 - Diapositive
Grafiek analyseren
t = 0 en t = 0,02 s: constante snelheid--> rechte lijn in x,t-diagram
snelheid = helling van de lijn
Tussen t = 0,02 en 0,10 s wordt de grafiek steeds minder steil --> vertraging
Na t = 0,10 s veert hij terug
Op t = 0,10 s: v = 0 (horizontale raaklijn)
Slide 4 - Diapositive
Uitwerking
formule voor gemiddelde versnelling kennen!
Slide 5 - Diapositive
Uitwerking
formule voor gemiddelde versnelling kennen!
Slide 6 - Diapositive
4. Skydiving
Een skydiver springt op een hoogte van 3,0 km uit een vliegtuig. In de figuur zie je het (v,t)-diagram van de eerste 20 s van de sprong. De parachute is dan nog niet opengegaan.
Op welke hoogte bevindt de skydiver zich op tijdstip t = 20 s?
Slide 7 - Diapositive
4. Skydiving - aanpak
Hoogte op t = 20 s?
hoogte = beginhoogte - afgelegde afstand
Beginhoogte = 3,0 km
(v,t)-diagram --> afgelegde afstand = oppervlakte onder grafiek --> hokjes tellen
Slide 8 - Diapositive
4. Skydiving - aanpak
oppervlakte schatten:
opp 1 hokje = 5 x 1 = 5 m
150 hokjes = 150 x 5 = 750 m
of: schat gemiddelde snelheid en gebruik: s = vgem x t
s = 37,5 x 20 = 750 m = 0,75 km
hoogte = 3,0 - 0,75 = 2,3 km
Slide 9 - Diapositive
5. Schijf wegschieten
Met de katapult schieten ze een schijf van 350 g horizontaal weg over een vloer (zie het (v,t)-diagram van de schijf).
Op de schijf werken tijdens het wegschieten twee krachten: de veerkracht van het elastiek en de schuifwrijvingskracht tussen de schijf en de vloer. De luchtweerstandskracht is verwaarloosbaar.
De ‘afschietperiode’ is de tijdsduur vanaf het loslaten van de schijf tot het moment dat de schijf geen contact meer heeft met het elastiek. Vanaf dat moment is de veerkracht van het elastiek nul.
Vragen gaan over de versnelling en resulterende kracht.
Slide 10 - Diapositive
Aanpak: Verhaal analyseren
Krachten tijdens wegschieten:
kracht van elastiek op schijf (is gelijk aan de veerkracht): naar voren
schuifwrijvingskracht : naar achteren
Resulterende kracht: Fv - Fw,s
Na het wegschieten: veerkracht 0
Wat gebeurt er met de veerkracht tijdens het wegschieten?
Slide 11 - Diapositive
Aanpak: Grafiek analyseren
v,t-diagram steilheid grafiek --> a en dus Fnetto
tot t = 0,42 s neemt v toe: versnelling
na t = 0,42 s neemt v af: vertraging
vanaf t = 0 steeds minder steil, dus a (en Fnetto) wordt steeds kleiner
Slide 12 - Diapositive
5. Schijf wegschieten
Wanneer is de resulterende kracht op de schijf maximaal ?
Slide 13 - Diapositive
De resulterende kracht is maximaal
A
op t = 0 s (begin)
B
op t = 0,1 s (na de start)
C
op t = 0,42 s (v is maximaal
Slide 14 - Quiz
Wat kun je zeggen over de resulterende kracht na de afschietperiode?
Slide 15 - Question ouverte
5. Schijf wegschieten
Na het wegschieten werkt er alleen een schuifweerstand op de schijf.
Deze is constant, want hij hangt alleen af van het gewicht van de schijf en de wrijvingscoëfficiënt tussen schijf en grond.
Slide 16 - Diapositive
5. Schijf wegschieten
Bepaal de maximale versnelling van de schijf
Slide 17 - Diapositive
De maximale snelheid is
Slide 18 - Question ouverte
Maximale snelheid
Raaklijn op steilste deel: op t = 0 s
Slide 19 - Diapositive
5. Schijf wegschieten
De snelheid van de schijf is maximaal op t = 0,42 s. Hoe groot is de versnelling van de schijf op dat moment ?
Welke richting heeft de veerkracht op dat moment? En de schuifweerstand?
Slide 20 - Diapositive
5. Schijf wegschieten
Bepaal de afstand die de schijf heeft afgelegd tussen t = 0,0 s en t = 0,20 s.
Slide 21 - Diapositive
Afstand die de schijf heeft afgelegd
Slide 22 - Question ouverte
5. Schijf wegschieten
afstand = oppervlakte onder v,t-diagram:
opp driehoek bij t = 0,2 s - opp 1 hokje:
s = 1/2 x 1,40 x 0,20 - 0,10 x 0,050 = 0,135 m = 0,14 m
Slide 23 - Diapositive
2. Badmintonshuttle
Badminton shuttle wordt recht naar boven geslagen en komt daarna met een snelheid van 5,0 m/s op de grond. Bereken de gemiddelde snelheid bij het naar bovengaan.
Slide 24 - Diapositive
Badmintonshuttle extra: gemiddelde snelheid bij het naar boven gaan
Slide 25 - Diapositive
Bereken de gemiddelde snelheid bij het naar boven gaan