T3 delend lidwoord (GL5D)

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Bienvenue 

à la classe de français:

un petit creux

Doelen- en toetsoverzicht periode 3

Aan het eind van deze periode kan ik ...

3.1 vocabulaire: ... passende woorden gebruiken als ik uit eten ga in Franstalig gebied

3.2 vocabulaire: ... passende zinnen gebruiken als ik uit eten ga in Franstalig gebied

3.3 grammatica: ... het delend lidwoord gebruiken in Franse zinnen

3.4 grammatica: ... het werkwoord 'venir' (komen) gebruiken in de présent en de passé composé in Franse zinnen

3.5 schrijfvaardigheid: ... een eigen recept in het Frans schrijven

3.6 schrijfvaardigheid: ... een beoordeling van een restaurant in het Frans schrijven

3.1. SO GL5ABEF + kennistoets GL5 (toetsweek)

3.2. SO GL5CG + kennistoets GL5 

3.3. kennistoets GL5 + toets  schrijfvv.heid 

3.4. kennistoets GL5 + toets schrijfvv.heid

3.5 en 3.6. toets schrijfvaardigheid 

3.1-3.6 SO huiswerk

Wat doen we vandaag?

doel 3.3

grammaire: Ik kan het delend lidwoord gebruiken in Franse zinnen

00:16

Hoe gaat de slogan van Boursin?

kijkvragen (log alvast in)

Bij welke winkels koopt de mevrouw haar boodschappen (schrijf de Franse naam op)?

Welke producten koopt ze? Schrijf zoveel mogelijk op dat je meegekregen hebt

02:51

Hoe bestelt de vrouw 'groene olijven'?

1. olives
2. les olives vertes
3. des olives vertes
4. des olives vertes, s'il vous plaît

03:10

Hoe zegt ze 'een kilo courgettes'?

1. un kilo courgettes
2. un kilo de courgettes
3. courgettes un kilo
4. kilo un courgettes

Delend lidwoord

Is een woord ... mannelijk enkelvoud (le)?                                           du

                                 vrouwelijk enkelvoud (la)?                                      de la

                                 enkelvoud, maar begint met a,e,i,o,u,h?           de l'

                                 meervoud (les)?                                                            des

dusss ...

ik wil graag melk (= le lait): je voudrais     _________________

ik wil graag taart (= la tarte): je voudrais __________________

ik wil graag water (= l'eau): je voudrais    __________________

ik wil graag tomaten (= les tomates): je voudrais ________________

dusss ...

ik wil graag melk (= le lait): je voudrais     _________________

ik wil graag taart (= la tarte): je voudrais __________________

ik wil graag water (= l'eau): je voudrais    __________________

ik wil graag tomaten (= les tomates): je voudrais ________________

du lait

dusss ...

ik wil graag melk (= le lait): je voudrais     _________________

ik wil graag taart (= la tarte): je voudrais __________________

ik wil graag water (= l'eau): je voudrais    __________________

ik wil graag tomaten (= les tomates): je voudrais ________________

du lait

de la tarte

dusss ...

ik wil graag melk (= le lait): je voudrais     _________________

ik wil graag taart (= la tarte): je voudrais __________________

ik wil graag water (= l'eau): je voudrais    __________________

ik wil graag tomaten (= les tomates): je voudrais ________________

du lait

de la tarte

de l'eau

dusss ...

ik wil graag melk (= le lait): je voudrais     _________________

ik wil graag taart (= la tarte): je voudrais __________________

ik wil graag water (= l'eau): je voudrais    __________________

ik wil graag tomaten (= les tomates): je voudrais ________________

du lait

de la tarte

de l'eau

des tomates

na een ontkenning ...

Bonjour monsieur/ madame

Vous désirez?

C'est tout?

Combien de __________? 

Voilà

Bonjour monsieur/ madame

J'aime de l'/ de la/ du/ des _____

J'aime aussi avoir de l'/ de la/ du/ des _____

J'aime avoir ______ (noem een aantal)

Merci

Au marché: faire des courses

Au travail: les devoirs 

Faire (maken): 

• Grandes Lignes 5D (ex. 15, 16, 17)
  

Apprendre (leren):

• Grandes Lignes 5D (p. 43, of slim stampen)

Répéter (herhalen):

• Grandes Lignes 5ABCEFG (p. 40 t/m 42, of slim stampen)

LET OP: ieder les doelencheck

                 SO GL5CG (ma 18 maart)

Werk zachtjes, 

zodat iedereen zich kan concentreren

vraag zoveel mogelijk om hulp!

3.1. Ik kan passende woorden gebruiken als ik uit eten ga in Franstalig gebied

eerst samen doornemen

doel bereikt?

doel 3.3

grammaire: Ik kan het delend lidwoord gebruiken in Franse zinnen

Au revoir!