1.5

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive



Naar het buitenland

Een migrant is iemand die verhuist naar een plek buiten zijn eigen woonplaats.
1. Emigrant: als iemand het land uitgaat
2. Immigrant: als iemand in een ander land aankomt

Slide 2 - Diapositive



Naar het buitenland

3 soorten migranten:
1. Economische migranten: voor werk of studie - hogere lonen
2. Sociale migranten: om bij vrienden of familie te wonen
3. Politieke migranten: om politieke redenen (veiligheid) - grootste groep  en vluchtelingen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive



Naar het buitenland

Het vertrek van jonge, slimme Iraniërs heeft grote gevolgen voor Iran:
 - voordeel: migranten sturen een deel van hun inkomen terug naar familieleden en vrienden
 - nadeel: de kennis van al die slimme migranten kan niet in Iran worden ingezet - grootste braindrain ter wereld.

Slide 5 - Diapositive



Naar Iran

Iran is ook een land van veel immigranten. In 1990-2017 zelfs vestigingsoverschot = meer immigranten als emigranten. Vooral uit Afghanistan en Irak (oorlog - politieke vluchtelingen)
Nu is het migratiesaldo bijna 0 = evenwicht in emigranten en immigranten

Slide 6 - Diapositive



Redenen voor migratie

Twee soorten redenen:
  1. Pushfactoren: factoren die zorgen dat mensen een gebied verlaten
    BV. voor Afghanen: gebrek aan werk en oorlog in hun land
    BV. algemeen: armoede, discriminatie

  2. Pullfactoren: factoren die zorgen dat mensen naar een gebied toekomen
    BV. voor Afghanen: veiligheid en aanwezigheid banen
    BV. algemeen: hoge inkomens, goede opleidingen


Slide 7 - Diapositive



B158 Type migratie
Migratie: het verhuizen van de ene woonplaats naar een andere woonplaats
Remigratie: definitief terug naar het land van herkomst (waar je vandaan komt)
Cirkelmigratie: met een vaste regelmaat terug gaan. Voorbeeld is seizoenmigratie: een deel van het jaar werken in het buitenland, rest van het jaar terugkeren
Binnenlandse migratie: verhuizen binnen een land (Amersfoort naar Amsterdam)
Buitenlandse migratie: verhuizen naar ander land 

Slide 8 - Diapositive



B151 Sociale bevolkingsgroei

Sociale bevolkingsgroei: verandering van het bevolkingsaantal door vestiging (= immigratie - emigratie) 
Migratiesaldo = immigratie -emigratie 
BV. 200.000 immigranten en 150.000 emigranten.
 200.000-150.000 = 50.000 (positief migratiesaldo - er komen meer mensen bij)
vestigingsoverschot = positief migratiesaldo
vertrekoverschot = negatief migratiesaldo

Slide 9 - Diapositive

Lijndiagram
Gaat om een ontwikkeling in tijd

BV. figuur 1.32: je kan zien dat de hoeveelheid energieproductie is toegenomen van 1971 tot 2015

Slide 10 - Diapositive

Staafdiagram
De lengte van de staven geeft de hoeveelheid aan

BV. figuur 1.33: China verbruikt de meeste energie, vooral van steenkool

Slide 11 - Diapositive

Cirkeldiagram
Verdeling van een verschijnsel in procenten.

BV. figuur 1.34: het wegverkeer (oranje) gebruikt 49,7% van de olie wereldwijd.

Slide 12 - Diapositive

Stroomdiagram
De dikte van de lijn geeft de hoeveelheid aan

BV. figuur 1.35: er zijn grote verkeerstromen tussen Noord-Amerika en Azië. Er zijn kleine verkeerstromen tussen Azië en Latijns-Amerika

Slide 13 - Diapositive

Iran ligt in....
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Zuid-Amerika

Slide 14 - Quiz

De bevolkingsspreiding in Iran is?
A
gelijk
B
ongelijk

Slide 15 - Quiz

Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 16 - Quiz

In het dal is het 2' C.
wat is de temperatuur op 1500 m hoogte?
A
-5' Celsius
B
-2' Celsius
C
5' Celsius
D
-7' C

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je deze reliëf vorm?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 18 - Quiz

Wanneer je van lokaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........
A
Uitzoomen
B
Inzoomen

Slide 19 - Quiz

Iemand die vlucht vanwege oorlog is een...
A
Economische migrant
B
Sociale migrant
C
Politieke migrant

Slide 20 - Quiz

Welk soort kaart is dit?
A
Topografisch
B
Thematisch
C
Overzicht
D
Regionaal

Slide 21 - Quiz

De 0 meridiaan loopt van:
A
oost naar west
B
west naar oost
C
noord naar zuid

Slide 22 - Quiz

Als ik precies wil weten wat de bevolkingsdichtheid van Iran is, dan zoek ik dat op in:
A
de algemene inhoud
B
statistiek
C
topografisch register
D
trefwoordenregister

Slide 23 - Quiz

Bij een positief migratiesaldo
A
Komen er meer mensen
B
Gaan er meer mensen weg

Slide 24 - Quiz