24/25 4.3 De stroomkring 2B

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

			Xena
Belinay	Dilara	Jimi
Romy	Suzanna	Latoya	Edina
Alisha	Ela	Demirhan	Dursun

       bord       en         docent

Pak je laptop. Met de absentie
controleer ik ook of je je laptop mee hebt.

Ligt het niet klaar = MV

	Sadejah
		Gilano
	Rahaf		Tuana
	Maksim		Baran

Welkom 2A!

H4 Elektriciteit

1. Batterijen 

2. Spanningsbronnen

3. De stroomkring

4. Schakelingen

5. Vermogen en energie

6. Veiligheid

Vandaag

• Absentie
• Herhaling vorige les
• Doel van de les
• Voorkennis ophalen
• Uitleg 
• Opdrachten en bespreken
• Doel van de les en afsluiting

Doel van de vorige les

• Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen
  
• Je kunt de + en de - aanwijzen op een batterij
  
• Je kunt de spanning (V) van een gewone batterij benoemen
  
• Je kunt de spanning (V) berekenen als je batterijen schakelt
  
• Je kunt uitleggen waarom batterijen slecht zijn voor het milieu
• Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen
• Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat. 
• Je kunt beschrijven welke spanning veilig is. 

Welke apparaten werken op batterijen?

Welke batterijen zijn goed aangesloten? A, B, C of D

Wat doet een dynamo?

1. Deze zorgt dat de fiets beweegt.
2. Deze zorgt voor spanning zodat je lamp het doet.

Hoeveel spanning zit er op een normale batterij?

1. 1,2 Volt
2. 12 Volt
3. 220 Volt
4. 1,5 Volt

Hoe groot is de spanning uit onze stopcontacten?

1. 230 V
2. 400 V
3. 110 V
4. 50 V

Wat doet een generator?

1. Deze zorgt voor een hogere spanning dan aan dynamo.
2. Deze zorgt voor een lagere spanning dan een dynamo.

Welke spanning is veilig?

1. 230V
2. 110V
3. Alles onder 24 V
4. 1,5 V

Waar komt elektriciteit vandaan?

1. van af zee
2. elektriciteitscentrales
3. zonnepanelen en windmolens

Begrippenlijst basisstof 1

Batterij: voorwerp dat elektriciteit levert. De spanning van een gewone batterij is 1,5 V.

In serie schakelen: batterijen zo plaatsen dat hun spanning bij elkaar opgeteld wordt. De plus komt tegen de min van de andere batterij.

Klein chemisch afval:  huishoudelijk afval waar schadelijke stoffen in zitten.

Oplaadbare batterijen: baterijen die je kunt opladen en opnieuw kunt gebruiken.   

Spanning: de sterkte van een batterij in volt V

Begrippen basisstof 2

Elektriciteitscentrale : Plaats waar elektriciteit wordt opgewekt

Spanningsbron : Voorwerp dat spanning levert.

Dynamo : Apparaat dat door ronddraaiende beweging spanning opwekt. Dit is een voorbeeld van een spanningsbron.

Stopcontact : Aansluitpunt dat elektriciteit levert. De spanning ervan is 230 volt. Dit is een voorbeeld van een spanningsbron.

Doel van de les

• Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
• Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven
• Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt
  
• onderbreken en sluiten.
  
• Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Wat weet je al over....
Een stroomkring maken?

Doel van de les

Stroom gaat van + naar - 

+

-

Doel van de les

Boven zie je een tekening 

van een stroomkring.

Onder zie je een schematische

tekening van een stroomkring.

Welk verschil zie je? 

Een schakelaar zorgt voor een gesloten stroomkring

Hoe kan dit?

Doel van de les

Geleiders                                          Isolatoren

Doel van de les

Schakelschema

Batterij

Lampje

Schakelaar

Aan de slag!

Maak de opdrachten 1 t/m 13

Klaar? Laat de opdrachten aftekenen, daarna mag je iets voor jezelf doen.

                                 Laatste 10 minuten afsluiten!

Afsluiten

• Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
  
• Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven
  
• Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt
  
• onderbreken en sluiten.
  
• Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Is dit schakelschema gesloten of open?

1. Gesloten
2. Open

Welk symbool is het rondje met een kruis erin?

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Welk symbool is het 'deurtje'

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Welk symbool is het + dunne streep, - dikke streep?

1. Batterij
2. Schakelaar
3. Lampje
4. Stroom

Stroom gaat altijd van - naar +

1. Waar
2. Niet waar

Afsluiten

Huiswerk

4.3 De stroomkring - opdrachten 15, 16 en 17

Blijf even zitten tot de bel gaat!