(1th) H5 snelle economische veranderingen paragraaf 3 deel 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H5
  • maken opdracht 1 t/m 3
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Hoe ziet de economie van Indonesië eruit?
  • Indonesië groeit economisch snel, maar profiteert iedereen hiervan mee?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H5
  • maken opdracht 1 t/m 3
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Hoe ziet de economie van Indonesië eruit?
  • Indonesië groeit economisch snel, maar profiteert iedereen hiervan mee?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Gemiddeld inkomen per hoofd
-In Indonesië is dat ongeveer 2.329 doller per hoofd.
- In Nederland is dat ongeveer 48.222 doller per hoofd.
- In India is dat ongeveer 1.031 dollar per hoofd.
- In China is dat ongeveer 3.678 dollar per hoofd.


Wat valt je hier op?



Slide 5 - Diapositive

Samenstelling beroepsbevolking
 De Indonesische beroepsbevolking bestaat uit 122 miljoen mensen.

• De samenstelling van de beroepsbevolking is in dertig jaar tijd sterk veranderd:
> vroeger: meer landbouw, minder industrie

Slide 6 - Diapositive

4 sectoren in de economie
1.Primaire sector
De primaire sector is het gedeelte van de economie dat gericht is op het verbouwen en produceren van eten. 

2. Secundaire sector
De secundaire sector is het gedeelte van de economie dat gericht is op industrie. Welk type industrie er hier sprake van is, maakt eigenlijk niet uit. Dat kan variëren van het verder produceren van het voedsel uit de primaire sector, maar kan ook gaan over auto’s die in een fabriek worden gemaakt.

Slide 7 - Diapositive

3. Tertiaire sector
De tertiaire sector is het gedeelte van de economie dat zich bezighoudt met het verlenen van diensten.
Alle bedrijven die winst willen maken.

4. Quartaire sector
De sector heeft met andere woorden geen winstoogmerk, bijvoorbeeld het onderwijs, politie.


Slide 8 - Diapositive

Regel?
Hoe armer een land is, hoe meer mensen in de landbouw werken
Hoe rijker een land is, hoe meer mensen in de diensten werken

Slide 9 - Diapositive

Landbouw

Grootste deel primaire sector: landbouw 

• Java: veel rijstbouw
 > tropisch klimaat
 > vruchtbare bodem door 
 > veel vulkaanuitbarstingen
 > sawa’s voor irrigatie
> modernisering landbouw: meer machines, minder werk

Slide 10 - Diapositive

Landbouw

Sumatra en Kalimantan: veel plantages
 > monocultuur: 
 - koffiestruiken
- cacaobomen
- oliepalmen
> expor

 Arbeidsextensief: weinig werk voor mensen.
>hoge opbrengst door machines,  meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen

Slide 11 - Diapositive

B196  Arbeidsintensief en kapitaalintensief
De productiemiddelen arbeid en kapitaal kan een bedrijf op verschillende manieren inzetten.

• Arbeidsintensief of arbeidsextensief
• Kapitaalintensief met kapitaalgoederen 
>machines, installaties, gebouwen
 Mechanisatie: vervangen spierkracht (mens of dier)  door machines.
 Automatisering: vervangen denkwerk door computers  en computerprogramma’s.




Slide 12 - Diapositive

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H5 samenstelling beroepsbevolking, landbouw + B196
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 76/77
  • werkboek blz. 81/82
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

herhalen/nabespreken

Slide 14 - Diapositive

Een bedrijf met veel machines is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 15 - Quiz

Wat is waar?
A
Als iets kapitaalintensief is, is het arbeidsextensief.
B
Als iets kapitaalextensief is, is het arbeidsextensief.
C
Als iets kapitaalintensief is, is het arbeidsintensief.

Slide 16 - Quiz

Een akker met natte rijstbouw =
A
oerwoud
B
sawa
C
terrassen
D
irrigatie

Slide 17 - Quiz

vandaag heb ik geleerd:

Slide 18 - Question ouverte

vandaag vind ik nog moeilijk:

Slide 19 - Question ouverte