38_les3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

NEDERLANDS - HOO

Aan het einde van de les...

• Ken je de acht werkwoordstijden en herken je ze in de zin.

Lesprogramma

• 10 minuten lezen
• Uitleg: werkwoordstijden + stappenplan
• Zelfstandig werken opdracht 1, 2, 3, 4
• Grammaticaquiz

Werkwoordstijden

Werkwoordstijden: ott, ovt, vtt, vvt, ottt, ovtt, vttt, vvtt

Stappenplan: 

1. HWW-vorm van hebben of zijn? Ja >> voltooid  (v)      Nee>> onvoltooid (o)
2. Staat de pv in tt?                     Ja>> tegenwoordig  (t)     Nee>> verleden (v)

3. Staat er een vorm van zullen in de zin?  Ja>> (t) toekomende tijd           Nee>>  niets opschrijven

4, Schrijf op  plaats 3 of 4 de t van tijd. 

Oefenen
Wij hebben ons lang genoeg vermaakt in de dierentuin 

Het regende pijpenstelen toen we naar huis gingen
We zouden  dus moeten schuilen. 

Of zullen we een hamburger gaan eten?  Dat hadden we eerder moeten bedenken. 

Zelfstandig werken

• Werk zelfstandig aan de opdracht 1 t/m 4 op blz. 61

Eerder klaar? Neem de theorie goed door van Grammatica H1 + 2
(en De Brug Grammatica) 

Klaar?
Mogelijkheid om hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 zinsdelen
na te kijken. 

Huiswerk + volgende les

Huiswerk  volgende les  (in Magister): 

H2 Woordsoorten 1 t/m 4 (blz. 61) 

Volgende les gaan we aan de slag met: 

• Herhaling Grammatica H1 + H2 en voorbereiden SLO
  
  SLO Grammatica: 28 september
  SLO Spelling: 16 oktober 

Op zondagmorgen leest Emma een boek.
Welk zinsdeel is op zondagmorgen

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Voorzetselvoorwerp

Ik erger me aan die lelijke muur.
Wat voor zinsdeel is 'aan die lelijke muur'?

1. BIjwoordelijke bepaling
2. Voorzetselvoorwerp

Jurre kwam blij uit de kantine.
Wat is 'uit de kantine'?

1. bijwoordelijke bepaling
2. voorzetselvoorwerp

Een workaholic is getrouwd met zijn werk
Wat voor gezegde bevat deze zin?

1. naamwoordelijk
2. werkwoordelijk