4B hfst 3, 6 en 8 oefenen voor de toets deel 1

Oefentoets wiskunde
4 Basis
Hoofdstuk 3, 6 en 8
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets wiskunde
4 Basis
Hoofdstuk 3, 6 en 8

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig:
- Rekenmachine
- laptop om mee te doen


Optioneel:
- Papier en potlood als klad om uit te rekenen

Slide 2 - Diapositive

evenwijdige lijnen
A
raken elkaar nooit
B
staan loodrecht op elkaar
C
snijden elkaar
D
kruisen elkaar

Slide 3 - Quiz

De pijlen wijzen naar …....
A
de kijkhoek
B
de kijklijnen
C
twee evenwijdige lijnen
D
de gestrekte hoek

Slide 4 - Quiz

Is de bewering is juist?
1:De kijkhoek vanaf punt B is groter dan de kijkhoek vanaf punt A.

A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Welk soort hoek is dit?
A
stompe hoek
B
rechte hoek
C
scherpe hoek
D
gestrekte hoek

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort hoek is dit?
A
Stompe hoek
B
Rechte hoek
C
Scherpe hoek
D
Gestrekte hoek

Slide 7 - Quiz

De rode lijn is ….
A
de oppervlakte van de cirkel
B
de omtrek van de cirkel
C
de diameter van de cirkel
D
de straal van de cirkel

Slide 8 - Quiz

De omtrek van een cirkel kun je nauwkeurig berekenen
met de formule: ... x ... = omtrek cirkel.
A
straal × π= omtrek cirkel
B
diameter × π × π=omtrek cirkel
C
diameter × π = omtrek cirkel
D
straal × straal ×π=omtrek cirkel

Slide 9 - Quiz

Bereken de omtrek
van de cirkel in meters.
A
62,831...m
B
256,637...m
C
125,663...m
D
5026,548...m

Slide 10 - Quiz

Bereken de omtrek
van de cirkel.

A
5π=15,71cm2
B
55=25cm2
C
55π=78,54cm2
D
10π=31,41cm2

Slide 11 - Quiz

De oppervlakte van een cirkel kun je berekenen met de formule:
A
straal × straal × π = oppervlakte cirkel
B
diameter × π = oppervlakte cirkel
C
diameter × straal × π = oppervlakte cirkel
D
straal × π × π = oppervlakte cirkel

Slide 12 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van de cirkel.

A
5Xπ=15,71cm2
B
5x5=25cm²
C
5X5Xπ=78,54cm2
D
10Xπ=31,41cm2

Slide 13 - Quiz

Spiegelsymmetrisch?
A
Nee
B
Ja, 1 symmetrieas
C
Ja, 2 symmetrieassen
D
Ja, 3 symmetrieassen

Slide 14 - Quiz

Heeft een parallellogram een symmetrieas?
A
Nee
B
Ja, 1 symmetrieas
C
Ja, 2 symmetrieassen
D
Ja, 3 symmetrieassen

Slide 15 - Quiz


Bereken de oppervlakte.
A
14cm2
B
4cm2
C
28cm2
D
12cm2

Slide 16 - Quiz


5. Bereken de oppervlakte.
A
14cm2
B
4cm2
C
28cm2
D
12cm2

Slide 17 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
180m2
B
200m2
C
188m2
D
172m2

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je dit?
A
Motief
B
Patroon

Slide 19 - Quiz

Is dit het motief?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz