6.3 Hoe komt de overheid aan geld?

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Online les Economie
Wat heb je nodig:
1.  Device (tablet of laptop / computer)
2. Rekenmachine
3. Kladblaadje en pen
4. Lesboek

Docent maakt gebruik van:
Teams (Class Notebook) en Lessonup.com


Slide 2 - Diapositive

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Leerdoelen:
  • Je kunt voorbeelden geven van belastingen die we moeten betalen
  • Je weet wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt
  • Je weet waarom de overheid soms subsidies geeft en waarom de overheid op bepaalde producten accijns heft
  • Je kunt voorbeelden noemen van niet-belastinginkomsten

Slide 3 - Diapositive

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Inkomsten van de overheid:






Belasting: is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen. 

Inkomstenbelasting: belasting die iedereen betaalt die een inkomen heeft. 



Slide 4 - Diapositive

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Inkomsten van de overheid:






Btw: belasting over de toegevoegde waarde. Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.
 
Verkoopprijs               +   btw                                            =  consumentenprijs
= voor de winkelier            = voor de belastingdienst           betaald de klant



Slide 5 - Diapositive

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Inkomsten van de overheid:






Btw: belasting over de toegevoegde waarde. Het is een bel


Niet-belastingontvangsten: inkomsten van de overheid uit aardig, winst uit overheidsbedrijven en boetes.

Slide 6 - Diapositive

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Subsidie: een financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren.



Accijns: een extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak.

Slide 7 - Diapositive

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 8 - Quiz

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 10 - Quiz

Een laptop kost in de winkel € 799. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken hoeveel je aan btw betaald.
A
€ 167,79
B
€ 138,67
C
€ 38,05
D
€ 79,90

Slide 11 - Quiz

Een rekenmachine kost € 7,99 in de winkel. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken de verkoopprijs (excl. btw).
A
€ 6,60
B
€ 7,97
C
€ 6,31
D
€ 5,96

Slide 12 - Quiz

§ 6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
Aan de slag!
Maken van de opdrachten van § 6.3
Opdracht 33 t/m 46
Blz 166-169





Slide 13 - Diapositive