P4 Masterclass 1: klimaatfactoren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen? 

Terugkijken periode 3

Klimaatfactoren bespreken

Werkblad klimaatfactoren

Leerdoelen: 
Je weet wat het klimaat betekend. 

Je kent de drie klimaatfactoren. 

Je bent in staat om met behulp van de drie klimaatfactoren de temperatuur/neerslag van een gebied te verklaren. 

Waar denken jullie aan bij reliëf en klimaat?

Wat is reliëf?

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Weer is per dag gemeten en klimaat per maand
2. Weer is per maand gemeten en klimaat per 30 jaar
3. Weer is per dag gemeten en klimaat per 30 jaar
4. Weer is per maand gemeten en klimaat per 30 jaar

Vorm en reliëf van Europa

Alpen    ^Mont Blanc

Eeuwige sneeuw

Laagland

Tussen Alpen en laagland --> veel reliëf

Alpen

Nederland

Veel reliëf

weinig reliëf

Welke drie onderdelen zijn de klimaatfactoren?

1. Type oppervlak, hoogteligging en laagteligging
2. Type oppervlak, hoogteligging en reliëf
3. Type oppervlak, hoogteligging en klimaten
4. Type oppervlak, hoogteligging en breedteligging

Maak de zin af:
Hoe hoger, hoe .....

1. Kouder
2. Warmer
3. Vochtiger
4. Droger

Wat is de loefzijde van een gebergte?

1. De droge kant van de berg
2. De regenachtige kant van de berg

Klimaatfactoren:

• Breedteligging
• Hoogteligging
• Type oppervlak

Op welke manier beïnvloedt de hoogteligging het klimaat van een gebied?

1. Doordat er dan meer regen valt
2. Door er dan minder regen valt
3. Doordat het warmer is als je hoger in de bergen komt
4. Doordat het kouder is als je hoger in de bergen komt

Breedteligging

Invalshoek van de zon

Invalshoek van de zon

Hoogteligging

Type oppervlak

Reliëf en temperatuur

Scandinavisch hoogland

Aan kust: winter nooit heel koud 

Golfstroom+westenwind (aanlandige wind)

Klimaatgrafiek

Wat is het verschil tussen de loefzijde en de lijzijde?

Aan het werk

Maak het werkblad over de klimaatfactoren (zie Teams). 

Heb je vragen? Stel deze dan! 

Wat gaan we doen? 

Herhaling klimaatfactoren

Bespreken klimaatdiagram

Werkblad klimaatdiagrammen

Leerdoelen

Je weet hoe je een klimaatdiagram moet aflezen.

Je weet de eerste letter van het Köppen systeem. 

Vorige les hebben we het gehad over de golfstroom. Wat was de golfstroom ook alweer?

1. Een koude zeestroom vanuit de noordpool
2. Een warme zeestroom vanuit de golf van Mexico
3. Een warme zeestroom vanuit Afrika
4. Een warme zeestroom vanuit Azië

Verder naar het binnenland..

Veel kouder

Warme winden botsen tegen 

hooggebergte

Kust

Binnenland

Veel invloed van de golfstroom

Geen invloed van de golfstroom

Zeer koude winter

Gebergte houdt de warme wind tegen

Milde winter

Zomer: omgekeerd

Zee koelt langzamer af

Binnenland blijft langer warm

Hoe hoger, hoe kouder

De golfstroom zorgt er dus voor dat

1. De winters aan de kust van Noorwegen mild zijn
2. De winters aan de kust van Noorwegen koud zijn

In de zomer

1. Is het in het binnenland koeler en aan de kust warmer
2. Is het in het binnenland warmer en aan de kust koeler

Waarom is het in de zomer in het binnenland warmer maar in de winter bij de kust warmer

1. De golfstroom is er niet in de zomer
2. De golfstroom is er alleen in de zomer
3. Water koelt snel af maar warmt ook weer snel op
4. Water blijft altijd dezelfde temperatuur

Hoe hoger, hoe ...?

1. Warmer
2. Kouder