Aanpak toets begrijpend lezen

Toets begrijpend lezen
Hoe pak je dat aan?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Toets begrijpend lezen
Hoe pak je dat aan?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
- Na deze les weet je hoe je een toets begrijpend lezen moet voorbereiden.
- Na deze les weet je hoe je verschillende toetsvragen moet aanpakken.

Slide 2 - Diapositive

Hoe bereid jij een toets begrijpend lezen voor?

Slide 3 - Question ouverte

Voorbereiding:
- Controleer of je alle begrippen kent van lezen blok 1 t/m 2. Deze zijn terug te vinden in de theorie van Op Niveau.
- Kijk welke oefeningen van blok 1 en 2 minder goed gingen (oranje/rood) en maak deze opnieuw.
- Oefen extra met bijspijkeren (hoofdstukken 1 en 2).
- Maak de oefentoets heel serieus en let goed op bij het nabespreken ervan.

Slide 4 - Diapositive

Hoe leer jij begrippen?

Slide 5 - Question ouverte

Begrippen leren:
- Maak gebruik van een overhoorprogramma, zoals Quizlet of WRTS.
- Schrijf de belangrijke begrippen op en zet er vervolgens (in je eigen woorden) achter wat ze betekenen.
- Maak overhoorkaartjes met aan de ene kant het begrip en aan de andere kant de betekenis.

Slide 6 - Diapositive

Theorievragen:
- Vraag 1 is altijd een theorievraag (en staat altijd boven tekst 1).
- Theorievragen gaan altijd over de begrippen van de hoofdstukken waarover de toets gaat.

Voorbeelden:
Noem drie tekstvormen.
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?


Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden vragen 1km:
- Je ziet de titel van tekst 1 en de afbeelding die erbij staat.
  Lees de titel en bekijk de afbeelding. Wat is het tekstdoel?
- Wat is de titel van tekst 3?
- Wat is de bron van deze tekst?
- Verzin zelf een andere titel en een andere afbeelding die ook goed bij deze tekst passen.
- In de tekst komt regelmatig het woord patroon voor. Beschrijf in je eigen woorden wat een patroon is. 

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden vragen 1mh:
- a Wat is het tekstdoel van tekst 1?
   b Leg je antwoord uit.
- Bekijk de afbeelding hieronder. 
 a Stel dat deze afbeelding hoort bij een aansporende of activerende tekst. Bedenk een titel die bij deze tekst past.
 b Stel dat deze afbeelding hoort bij een amuserende tekst. Bedenk een titel die bij deze tekst past.
- Noteer het deelonderwerp van de vetgedrukte alinea.
- ‘Een boek waarin vaste patronen centraal staan.’
 Noteer een synoniem voor patronen dat in de zin past.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden vragen 2km:
- Bij welke tekst past de leesmanier zoekend lezen het best? Leg uit waarom je deze tekst kiest.
- Je hebt tekst 1 verkennend gelezen. Wat is het onderwerp van de tekst?
- Hieronder staan de vijf onderstreepte woorden uit tekst 1. Wat betekenen deze woorden?
- Verdeel het tekstdeel onder het kopje ‘Vaste patronen’ in drie alinea’s.
  Noteer de eerste en de laatste drie woorden van elke alinea.
- Wat is het deelonderwerp in de laatste alinea?

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden vragen 2mh:
- Noteer waarnaar het woord dit verwijst (alinea 1).
- 1 Past het tussenkopje Vaste patronen goed boven alinea 2?
   2 Leg uit waarom wel of niet.
- Welke zin geeft de hoofdzaak van alinea 4 aan?
  Noteer de eerste twee en de laatste twee woorden van de zin.
- Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
- Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
- Vergelijk tekst 1 en 2 met elkaar. Noteer twee belangrijke overeenkomsten in de inhoud.


Slide 11 - Diapositive

Snap je nu hoe je de toets moet voorbereiden en wat je kunt verwachten op de toets?
Ja, dat snap ik.
Dat snap ik nog niet helemaal.
Nee, dat snap ik niet.
Ik zou hier graag vragen over stellen.

Slide 12 - Sondage