3 VMBO K/B Schrijven: overtuigende tekst

Welkom bij de les Nederlands 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij de les Nederlands 

Slide 1 - Diapositive

Doelen(Na deze les kun je):

Een overtuigende tekst schrijven, met een :


- inleiding

- kern

- slot





Slide 2 - Diapositive

Na deze les kun je ook:

Je mening onderbouwen met:


- argumenten

- voorbeelden

- uitleg





Slide 3 - Diapositive

Schrijfdossier 1 : Een overtuigende tekst schrijven
Wat is het nut hiervan?

Je leert iemand te overtuigen van jouw standpunt/mening. Zo kun je goed meedoen in discussies en debatten op bijvoorbeeld school, thuis en/of feestjes.

Men neemt je serieus!


Slide 4 - Diapositive

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening

Het doel is dat de lezer die mening overneemt. 

De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn standpunt.


Slide 5 - Diapositive

Opbouw overtuigende tekst
Inleiding: de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.

Kern: de argumenten. Dit zijn vaak de feiten.

Slot: de conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.

Slide 6 - Diapositive

Overtuigende teksten lezen

Op de volgende slides vind je twee voorbeelden van overtuigende teksten. Ze lijken erg op elkaar, maar toch zitten er wat verschillen in.


Lees ze door en vergelijk: structuur, signaalwoorden en spelfouten.


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 12 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 13 - Quiz

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 15 - Quiz

Argumenten zijn er om je te overtuigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 18 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 21 - Quiz

Aan het werk

Slide 22 - Diapositive


Opdracht: overtuigende tekst schrijven
Wat?           Je neemt een standpunt in over het gebruik van 
                     straattaal op school en schrijft daarover een overtuigende tekst.     
Titel
al. 1: noem het onderwerp (straattaal op school) en geef jouw mening / standpunt.
al.2: hierin noem je je eerste argument met een uitgebreide uitleg
al. 3: hierin noem je je tweede argument met een uitgebreide uitleg
al. 4: hierin komt je conclusie 


timer
25:00

Slide 23 - Diapositive