sport klas 2hv

wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 1 - Quiz

De stroboscooplamp flitste om de 0,03 seconden. Hoe lang duurt de hele beweging van het paard?
A
0,09s
B
0,12s
C
0,15s
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 2 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. wat is er aan de hand op stukje B? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
de persoon voert een versnelde beweging uit
B
de persoon staat stil
C
de persoon heeft een constante snelheid
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 3 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. Op welk gedeelte voert de persoon een versnelde beweging uit?
A
stukje A
B
stukje B
C
stukje C
D
geen van deze stukken is versneld

Slide 4 - Quiz

Kim rijdt 12,7 km met haar auto naar het treinstation. Ze doet hier 13 minuten over. Daarna reist ze 88 km met de trein. hier doet ze 45 minuten over. wat is de gemiddelde snelheid in km/h van Kim? (afronden op 1 decimaal en gebruik een komma, alleen getal invullen en dus geen eenheid)

Slide 5 - Question ouverte

uitspraak 1: 1 uur en 15 minuten = 1,15 h
uitspraak 2: 450 seconden = 7,5 minuten
A
beide uitspraken zijn juist
B
beide uitspraken zijn onjuist
C
alleen uitspraak 1 is juist
D
alleen uitspraak 2 is juist

Slide 6 - Quiz

Omrekenen van km/h naar m/s doe je door .....
A
x 3,6
B
: 3,6
C
x 1000
D
: 1000

Slide 7 - Quiz

Wat is de luchtweerstand (N) bij constante snelheid?
A
1000 N
B
1500 N
C
2000 N
D
2500N

Slide 8 - Quiz

Welke kracht is bij wielrennen de grootste tegenwerkende kracht ?
A
Zwaartekracht
B
Kleefkracht
C
Wrijvingskracht
D
Luchtweerstandskracht

Slide 9 - Quiz

De zwaartekracht op een scooter bedraagt 1568 N.
De massa van de scooter is
A
160 kg
B
180 kg
C
200 kg
D
220 kg

Slide 10 - Quiz

Welke symbool hoort bij de grootheid afstand?
A
s
B
v
C
a
D
t

Slide 11 - Quiz

Welk symbool hoort bij de grootheid snelheid?
A
s
B
v
C
a
D
t

Slide 12 - Quiz

Wat is de eenheid van kracht
A
kg
B
g
C
N
D
m/s2

Slide 13 - Quiz

Welke kracht zorgt er voor dat iemand door (te) dun ijs heen zakt ?
A
kleefkracht
B
zwaartekracht
C
G-kracht
D
spankracht

Slide 14 - Quiz

Met welke twee krachten heeft de fietser te maken ?
A
elektrische- en spankracht
B
zwaarte- en veerkracht
C
luchtweerstands- en kleefkracht
D
wrijvings- en luchtweerstandskracht

Slide 15 - Quiz

Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.

Welke zijn dit ?
A
Kleefkracht, veerkracht
B
Veerkracht, spankracht
C
Spankracht, zwaartekracht
D
Zwaartekracht, luchtweerstand

Slide 16 - Quiz

Hoeveel kracht is er nodig om 1 kilogram op te tillen ?
A
9,81 N
B
981 N
C
10 N
D
100 N

Slide 17 - Quiz

Het symbool voor zwaartekracht is
A
F
B
Fz
C
Fg
D
Fs

Slide 18 - Quiz

Met deze steekkar kan een kracht van maximaal 980 N geleverd worden. Wat is de maximale massa die verplaatst kan worden ?
A
1 kg
B
9,9 kg
C
100 kg
D
99 kg

Slide 19 - Quiz

Op de maan is de zwaartekracht 6x zo klein als op aarde. Wanneer je 48 kg weegt en je loopt op de maan dan is je massa daar
A
48 kg
B
8 kg
C
5 kg
D
42 kg

Slide 20 - Quiz

Deze pijl geeft een kracht weer van
A
1 N
B
8 N
C
13 N
D
104 N

Slide 21 - Quiz

Wanneer de halter een massa heeft van 1 kg, en 1 cm gelijk staat aan 0,7 N dan heeft iedere pijl een lengte van ongeveer
A
3,5 cm
B
7 cm
C
14 cm
D
17,5 cm

Slide 22 - Quiz

De zwaartekracht op een scooter bedraagt 1568 N.
De massa van de scooter is
A
160 kg
B
180 kg
C
200 kg
D
220 kg

Slide 23 - Quiz