Afval en energie - Blok 4

Afval en energie 
Blok 4: De stad van de toekomst 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Afval en energie 
Blok 4: De stad van de toekomst 

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat dit blok over? 
In Nederland wonen de meeste mensen in steden. In en rond steden is veel verkeer en daardoor vaak veel luchtvervuiling. En het klimaat verandert, wat in veel steden problemen oplevert. Zo is het er in de zomer soms snikheet. Maar er kan ook opeens een grote plensbui komen, waardoor de straten onder water lopen. Hoe blijven steden leefbaar? Hoe zal de stad er in de toekomst uitzien?

Slide 2 - Diapositive

Naar de stad 
De belangrijkste reden dat mensen naar de stad trekken, is dat er op het platteland weinig werk is. De boeren werken steeds meer met machines, waardoor er minder mensen voor het werk nodig zijn. De mensen zoeken dus vooral werk in een stad.

Slide 3 - Diapositive

Waarom trekken veel mensen van het platteland naar de stad?

Slide 4 - Question ouverte

Huishoudens 
Een huishouden is het aantal mensen dat samen in een huis woont. In arme landen zijn de huishoudens op het platteland vaak groter dan in de stad. Er wonen dus meer mensen in een huis op het platteland. Kinderen werken op het platteland vaak mee op de boerderij, In de stad niet. Kinderen in de stad zijn duurder. 
In rijke landen zijn huishoudens in de stad vaak nog kleiner.

Slide 5 - Diapositive

Naar de stad toe
Iedere dag rijden honderden vrachtwagens en bestelbusjes een stad binnen om voedsel, kleding, bloemen, medicijnen en andere goederen af te leveren. Onder de grond liggen allerlei buizen en kabels die naar de stad gaan. Ze zorgen voor de aanvoer van drinkwater, gas, elektriciteit, maar ook voor de afvoer van afvalwater. Bijna alles wat stadsbewoners gebruiken, wordt buiten de stad gemaakt. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Noem twee goederen/producten/diensten die naar de stad toe gaan.

Slide 8 - Question ouverte

Vervuilende stad 
Steden verbruiken dus veel energie en grondstoffen, en produceren veel afval. Daarom wordt er hard gewerkt aan oplossingen om energie te besparen en afval te verminderen.

Slide 9 - Diapositive

energie 
Ongeveer driekwart van de energie die je in huis gebruikt, is voor verwarming en koken. In Nederland is die energie meestal aardgas. Het nadeel van het verbranden van aardgas is dat er koolstofdioxide (CO2) bij vrijkomt. Dat gas versterkt het broeikaseffect.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Noem twee duurzame energiebronnen

Slide 12 - Question ouverte

Minder afval 
Nu wordt het meeste afval opnieuw gebruikt als grondstof voor nieuwe producten. Dat heet recyclen. Veel soorten afval worden daarom gescheiden ingezameld. Wat niet hergebruikt kan worden, wordt verbrand. De warmte die daarbij vrijkomt kan worden gebruikt voor de verwarming van woningen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat is recycling?
A
Geen nieuwe producten kopen
B
Producten langer gebruiken dan normaal is
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Voetafdruk vergroten

Slide 15 - Quiz

Probleem recyclen 
.Een probleem bij recyclen is dat veel producten moeilijk uit elkaar te halen zijn. Want een product bestaat vaak uit verschillende grondstoffen, zoals metaal, plastic en papier, en sommige stoffen zijn giftig.

Slide 16 - Diapositive

plastic
Een ander probleem is plastic. Plastic is ideaal voor eenmalig gebruik en perfect voor verpakkingsmateriaal: het weegt weinig, het is goedkoop en producten zijn er langer houdbaar in. Maar plastic vergaat niet in de natuur. Daarom maken overheden regels om minder plastic te gebruiken.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Luchtvervuiling 
In de stad van de toekomst moet de lucht schoner worden. Luchtvervuiling heeft verschillende oorzaken. Bij het verbranden van die fossiele brandstoffen komen (naast koolstofdioxide) ook stikstofverbindingen vrij. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Luchtvervuiling Delhi in India

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat is NIET een fijnstof?
A
zwaveldioxide
B
stikstofdioxide
C
ammoniak
D
elasthaan

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo