Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2
Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 13 vidéos.
Éléments de cette leçon
Leerwerkboek 12 Afval en Energie
M&M LJ2
2020-2021
Slide 1 - Diapositive
Blok 4 De stad van de toekomst
Waar gaat dit blok over?
Uitleg wonen in een stad en alles naar de stad
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Waar gaat dit blok over?
In Nederland woont het grootste deel van de mensen in steden.
Door o.a. klimaatverandering, luchtvervuiling en andere milieu problematieken moeten we nadenken over de leefbaarheid van de stad.
Politici, bedrijven, wetenschappers, stadsbewoners denken na over hoe de stad er in de toekomst uitziet.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Opdracht: Bedenk in een viertal hoe volgens jullie de toekomstige stad eruit ziet?
Jullie krijgen een A3-blad, schrijf in het midden van je blad stad van de toekomst. Deel het blad vervolgens in op vier onderwerpen:
Wonen
Werken
Infrastructuur
Voorzieningen
Schrijf bij elk onderwerp met kernwoorden hoe deze functie in jullie toekomstige stad eruit komt te zien.
Let op! Ik wil dat jullie bij elke functie gaan nadenken hoe je duurzame en klimaatvriendelijke oplossingen kan terugzien.
Je krijgt 15 min de tijd, daarna gaan we het klassikaal bespreken.
timer
15:00
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wonen in een stad
In 2006 woonde de helft van de wereldbevolking in steden. In 2050 zal dat ongeveer 70 procent zijn.
De voornaamste reden dat er zoveel mensen in de stad wonen is dat hier vooral werk is.
In de stad zijn veel woningen nodig, omdat hier vaak jonge mensen gaan wonen die studeren, aan hun carrière willen werken, van het stadse leven willen genieten. Hierdoor krijgen deze mensen pas laat of geen kinderen. Voor evenveel mensen zijn in de stad daarom meer woningen nodig dan op het platteland.
Slide 7 - Diapositive
Alles naar de stad
Infrastructuur is erg belangrijk in de stad ( Het geheel van land- en waterwegen, lucht- en zeehavens en van leidingen voor telefoon, water, gas, elektriciteit en riolering.)
Infrastructuur in de stad is nodig voor vervoer, voedsel, transport, elektriciteit, drinkwater, gas, afvoer van afval(water). Alles komt bijna van buiten de stad.
De dertig grootste steden van de wereld verbruiken 10 % van alle energie maar in die steden woont maar 7% van de wereldbevolking. 13% van al het afval komt uit die megasteden.
Daarom wordt er hard gewerkt aan oplossingen om energie te besparen en afval te verminderen.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Aan de slag!
Ga naar it's learning en open de planner.
Omcirkel de opdrachten die je moet maken.
Ga vervolgens aan de slag!
Vragen? Stel ze (in de les of online via teams)
Slide 11 - Diapositive
Blok 4 De stad van de toekomst les 2
Herhaling van les 1, fragment van de vooravond over de stad van de toekomst
Uitleg energie
Zelfstandig werken
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Energie
Energie in de stad (huizen, fabrieken, voorzieningen enz.) komt grotendeels uit fossiele energiebronnen (gas, olie, steenkool). Nadeel het raakt op en het slecht voor het milieu (co2 uitstoot -> versterkt broeikaseffect)
We gaan steeds meer onze duurzame energiebronnen gebruiken om bijvoorbeeld het huis te verwarmen of te koken.
Slide 14 - Diapositive
Duurzame energie Nederland
In NL wordt duurzame energie opgewekt uit wind, zon, aard- en bodemwarmte.
Slide 15 - Diapositive
Zonne energie
Met zonne-energie wekken we elektriciteit op en verwarmen we water.
Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit.
Voor en Nadelen
Voor en nadelen
+Duurzaam en schoon
-Hoge kosten
-afhankelijk van de zon.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Windenergie
Windenergie wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit.
Voor en Nadelen
+Duurzaam en shoon
+ Nederland heeft veel wind
+kosten vergelijkbaar met fossiele energie
- horizonvervuiling
- betrouwbaarheid
Slide 18 - Diapositive
Aardwarmte
Voor en Nadelen
+ Duurzaam en schoon
- Heel erg duur in Nederland
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Wie gebruikt thuis een vorm van groene energie?
A
Ja zonnepanelen
B
Ja groene stroom
C
Nee niks
D
Nee maar willen wel
Slide 21 - Quiz
Restwarmte
Je kunt de restwarmte van bedrijven/ fabrieken/tuinbouw als warm water naar huizen pompen.
De afstand met de huizen moet dan niet te groot zijn.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Aan de slag!
Ga naar it's learning en open de planner.
Omcirkel de opdrachten die je moet maken.
Ga vervolgens aan de slag!
Vragen? Stel ze (in de les of online via teams)
Slide 24 - Diapositive
Blok 4 De stad van de toekomst les 3
Uitleg minder afval, minder luchtvervuiling
Zelfstandig werken
Slide 25 - Diapositive
Minder afval
Er ontstaat veel afval in de steden. Je kunt afval storten, verbranden, maar ook recyclen.
Vroeger werd veel afval gestort (nadeel het kost ruimte en vervuild grondwater), nu wordt het meeste afval hergebruikt. Belangrijk is hierbij wel dat het afval gesorteerd wordt.
Recyclen is moeilijk bij producten die uit meerdere grondstoffen bestaan.
Ook plastic is lastig te recyclen, omdat er veel verschillende soorten plastic zijn. Plastic vergaat niet in de natuur, daarom maken overheden steeds meer regels om het gebruik van plastic te beperken.
Recyclen is de basis voor de kringloopeconomie. In zo'n economie maakt de fabrikant met zo weinig mogelijk grondstoffen een product.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Slide 28 - Vidéo
Minder luchtvervuiling (stikstof)
Naast koolstofdioxide komt er ook stikstof vrij bij het verbranden van fossiele brandstoffen (stikstof komt ook veel vrij in de landbouw)
Stikstof zorgt voor verzuring van het milieu (zure regen). Schadelijk voor insecten, vogels en planten. Nadelig voor de voedselproductie, mensen met luchtwegklachten kunnen ook last van krijgen.
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Minder luchtvervuiling (fijnstof)
Fijnstof zijn hele kleine, zwevende deeltjes stof en roet (smog).
Fijnstof ontstaat voornamelijk in het verkeer en de industrie. In stedelijke gebieden is het percentage hoog.
Fijnstof is schadelijk voor mensen die lucht inademen.
Steden proberen daarom het verkeer terug te dringen. Soms stellen ze Milieuzones in. Hier mogen alleen vervoersmiddelen met weinig schadelijke uitlaatgassen rijden. Ook het planten van groen kan helpen. Bomen filteren de lucht.
Slide 33 - Diapositive
Chinese steden zuchten onder luchtvervuiling. Door de coronacrisis nam de concentratie fijnstof en NO2 in China fors af. beeld iStock
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Slide 36 - Vidéo
Welk gas komt het meest voor in de aardse atmosfeer?
A
stikstof
B
zuurstof
C
waterstof
D
Koolstofdioxide
Slide 37 - Quiz
Veel boeren protesteerden dit jaar tegen de stikstofmaatregelen. Welke uitspraak is NIET WAAR?
A
78% van de atmosfeer bestaat uit stikstof
B
Stikstof is een kleur- en geurloos gas
C
Fabrieken stoten de meeste stikstof uit
D
Stikstof in het Latijn is nitrogenium
Slide 38 - Quiz
Wat is een zure regen
A
regenwater dat zuur is geworden door kooldioxide
B
Regenwater dat zuur is geworden door stikstof en zwavel oxide gassen
C
Regenwater wat zuur is geworden door aardgas
D
Zure regen bestaat niet
Slide 39 - Quiz
wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood
Slide 40 - Quiz
Ook boven Nederland werd de lucht aanzienlijk schoner. Welke twee schadelijke stoffen werden tijdelijk tijdens de coronaperiode minder uitgestoten?
A
koolmonoxide en ammoniak
B
koolstofdioxide en stikstofdioxide
C
ozon en stikstof
D
ammoniak en stikstofdioxide
Slide 41 - Quiz
Vul de zin aan: Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei deeltjes die in de lucht zweven zoals; ...
A
Zand, stenen en water
B
Roetdeeltjes, zand en water
C
Aardolie, aardgas en steenkool
D
Roetdeeltjes, uitlaatgassen en zand
Slide 42 - Quiz
Uit welke bestandsdelen bestaat smog vooral?
A
Zuurstof, fijnstof
B
Ozon en fijnstof
C
uit sterrenstof en Co2
D
zuurstof en zwaveldioxide.
Slide 43 - Quiz
Wat is geen reden voor de matige kwaliteit van de woonomgeving in Nederland