Les 5: Inspanning, conditie & hartslag

Inspanning, conditie en hartslag
sport en bewegen 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Inspanning, conditie en hartslag
sport en bewegen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding bij bewegen
Bij zware inspanning, zoals 15 minuten hardlopen, maakt het lichaam snel energie vrij door suikers te verbranden. Bij rustig wandelen wordt juist eerder vet afgebroken.

Voeding = belangrijk!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uithoudingsvermogen
Uithoudingsvermogen = het vermogen om prestaties van verschillende duur te volbrengen 

  • Algemene uithoudingsvermogen = waar hart en longen grote rol bij spelen en hele lichaam rol speelt
Bv. fietsen, voetballen
  • Lokale uithoudingsvermogen = 1 speciale spiergroep die iets een bepaalde tijd kan volhouden
  

 

Werken naast elkaar, 3 potjes waar je lichaam uit kan putten  

-fosfaat: kort uhv, heftige inspanning  

-melkzuur: middellang uhv; als je iets langer heftige inspanning wilt leveren  
-zuurstof: lang uhv



Conditions of movements= nieuwe theorie combinatie van grond motorische eigenschappen

Slide 4 - Diapositive

We onderscheiden 2 soorten uithoudingsvermogen:
-Algemene uithoudingsvermogen
-Lokale uithoudingsvermogen:
Bv. met biceps bepaalde oefening herhaaldelijk uitvoeren en goed kunnen volhouden en 1 km hardlopen niet. 
Maximale zuurstofopname
V02 Max = (Hmax/Hrust) x 15
Deel dus je maximale hartslag door je hartslag in rust, vermenigvuldig dit getal met 15 en je hebt een aardige indruk van je zuurstofopname. Je meting wordt betrouwbaarder als je vijf minuten lang in beide situaties je hartslag meet.


Dit gaan we nu uitvoeren!!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag meten (eerst in rust)
  1. Bekijk het volgende filmpje
  2. Meet de hartslag bij een medeleerling 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag meten (na activiteit)
  1. Beweeg flink minimaal 5 minuten (rennen, touwtje springen of traplopen)
  2. Meet opnieuw de hartslag bij een medeleerling en bereken de zuurstofopname: V02 Max = (Hmax/Hrust) x 15

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitslag maximale O2 opname

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is een goede conditie/voldoende lichaamsbeweging belangrijk?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand met een goede conditie heeft vaak een lagere hartslag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot hoe vaak kan het hart slaan bij inspanning?
A
100-120 keer per minuut
B
160-180 keer per minuut
C
120-140 keer per minuut
D
180-200 keer per minuut

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart- en vaatziekten
Er zijn veel verschillende soorten hart- en vaatziekten en ontstaan vaak door vernauwingen in slagaders. Bloedvaten kunnen steeds nauwer worden doordat er stoffen tegen de wand van de slagader plakken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hartinfarct?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
A
Een kransader van het hart raakt verstopt
B
Een kransslagader van het hart raakt verstopt
C
De bloeddruk wordt te hoog
D
De bloeddruk daalt te snel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Blok 5
Opdracht 1 en 2

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions