5.1 Koop jij op de markt?

5.1 Koop jij op de markt?
Hoofdstuk 5 Wat levert het op?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.1 Koop jij op de markt?
Hoofdstuk 5 Wat levert het op?

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Diapositive

Marketing

Slide 3 - Carte mentale

Markt

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoelen 5.1
  • Je weet wat marketing is.
  • Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
  • Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
  • Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.

Slide 5 - Diapositive

Marketing
  • Een winkelier of fabrikant probeert je naar hun boodschap te laten kijken.
  • Dit kan met een reclameboodschap op YouTube, posters in een bushokje, reclameborden of het uitdelen van proefproducten in de supermarkt.
  • Zo proberen ze je over te halen om iets te komen
  • Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen, noem je marketing.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is een voorbeeld van een marketingmiddel?
A
Een recept voor een maaltijd
B
Een wetenschappelijk artikel
C
Een handleiding voor een apparaat
D
Posters in een bushokje

Slide 8 - Quiz

Vraag 2 klassikaal

Slide 9 - Diapositive

Markt
Bij het begrip markt maken we onderscheid tussen:
  • Concrete markt: dit is zijn markten waar je fysiek naartoe kunt gaan. Denk hierbij aan een weekmarkt of de supermarkt.
  • Abstracte markt: dit is een markt waar je niet fysiek naartoe kunt gaan. Denk hierbij aan de woningmarkt of de arbeidsmarkt.

Slide 10 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een abstracte markt?
A
Vismarkt
B
Woningmarkt
C
Weekmarkt
D
Supermarkt

Slide 11 - Quiz

Vraag 8 Klassikaal

Slide 12 - Diapositive

Aanbod
  • Aanbod op de markt is alles wat producenten te koop aanbieden.
  • Fabrikanten, sportschoolhouders, winkeliers, kappers en internetwinkels zorgen voor aanbod.
  • Producenten kunnen zowel goederen als diensten aanbieden.

Slide 13 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met 'aanbod op de markt'?
A
De vraag naar goederen en diensten.
B
Alles wat consumenten willen kopen.
C
Het totale aantal verkochte producten.
D
Alles wat producenten te koop aanbieden.

Slide 14 - Quiz

Vraag
  • Wanneer je opzoek bent naar een product, dan zorg je voor vraag
  • Vraag op de markt gaat over alles wat mensen willen kopen.
  • Dit kunnen zowel goederen als diensten zijn
  • Producenten proberen hun aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat gebeurt er wanneer je op zoek bent naar een product?
A
Je zorgt voor aanbod
B
Je zorgt voor overaanbod
C
Je zorgt voor stagnatie
D
Je zorgt voor vraag

Slide 17 - Quiz

Klassikaal vraag 12

Slide 18 - Diapositive

Begrippen paragraaf 5.1 
  • Marketing
  • Weekmarkt
  • Woningmarkt
  • Aanbod
  • Vraag

Slide 19 - Diapositive

Je kunt nu
  • Je weet wat marketing is.
  • Je kunt uitleggen wat voor markten er zijn.
  • Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
  • Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.

Slide 20 - Diapositive

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.1: 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 14 en 15  
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.1 

 

timer
25:00

Slide 21 - Diapositive