H3 NN 1-KGT Taalverzorging 2 Grammatica Woordsoorten LW en ZN

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H3 Taalverzorging 2 Grammatica

Leerdoelen

Je leert over lidwoorden en zelfstandig naamwoorden. 

Woordsoorten

Elk woord in een zin kan afzonderlijk benoemd worden. Dit noemen we woordsoorten.

 Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn woordsoorten.

Woordsoorten

De zin 'De kaarsjes branden' bestaat bijvoorbeeld uit 3 woordsoorten. 

De = lidwoord

kaarsjes = zelfstandig naamwoord

branden = werkwoord

Lidwoorden

Een lidwoord is een woordsoort 

We kennen 3 lidwoorden

de, het, een

De afkorting van lidwoorden is LW

Lidwoorden

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. 

Het staat altijd vóór het zelfstandig naam.

 

de kat, het blad, een huis

de olifant, het journaal, een slaapfeestje

Lidwoorden

Tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord kan een ander woord staan.

  

de zwarte kat, het witte blad, een mooi huis

de lieve olifant, het late journaal, een gezellig slaapfeestje

Lidwoorden

Wil je elke dag lidwoorden oefenen? Ga dan naar deze website: https://www.welklidwoord.nl/1/oefenen

Twijfel je over een lidwoord? Zoek het zelfstandig naamwoord op in het woordenboek. Het lidwoord staat er bij.

Zelfstandig naamwoorden

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor 

een mens, dier, plant of ding. 

De afkorting van het zelfstandig naamwoord is ZN. 

Zelfstandig naamwoorden

 Een mens: 

Jan, Mieke, de oma, het neefje, de dokter, de tandarts, de secretaresse, de reiziger, de Nederlander, de Afrikaan  

(een naam is ook een zelfstandig naamwoord: Nickelodeon, Sneek, de IJssel, Jasper, Adidas) 

Zelfstandig naamwoorden

 Een dier: 

het paard, de cavia, de honden, de pinguïn, de mieren, de gorilla, de slak, de insecten  

 

Zelfstandig naamwoorden

 Een plant, bloem of boom: 

de eik, de iep, de brandnetel, de paardenbloem, de klaproos, de rozen, de palmboom, de bananenboom  

 

Zelfstandig naamwoorden

 Een ding: 

de tafel, de keuken, het mobieltje, de usb-stick, de rugzak, het centrum, de wijk, de stad, het dorp, de voetbalclub ...  

 

Zelfstandig naamwoorden

 - Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud. Vb. de tafel / de tafels

- Je kunt van een zelfstandig naamwoord een verkleinwoord maken. Vb. de tafel / het tafeltje

- Je kunt er meestal een lidwoord voor zeggen. Vb. het huis

 

Wat is een lidwoord?

1. De
2. Geluk
3. Prijs
4. verkoper

Wat is geen lidwoord?

1. De
2. Een
3. Hen
4. Het

De lidwoorden zijn:

1. de, het, een
2. de, een, op
3. in, een, de
4. een, het, in

HET is mij veel te koud!
Het is hier GEEN lidwoord. Waarom niet?

1. het staat voor een zelfstandig naamwoord
2. 'Het' staat niet voor een zelfstandig naamwoord
3. 'Het' is hier een persoonlijk voornaamwoord
4. Het is hier wel een lidwoord

Wat is in deze vraagzin het lidwoord?
Schrijf het lidwoord op.

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

zelfstandig naamwoord zijn:

1. mensen, planten, dieren, dingen
2. mensen, planten, dieren, lidwoorden
3. mensen en dieren
4. mensen, lidwoorden

Wat is een
zelfstandig naamwoord?

1. met
2. de
3. voorlichtingsavond
4. meedoen

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. Peter, Winterswijk, tafel
2. De, het, een
3. Slimme, mooie, rode
4. Lopen, werken, denken

Wat is geen zelfstandig naamwoord?

1. roepen
2. kleding
3. schaal
4. kerstkaart

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Jan
2. in
3. de
4. mooie

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. vertrekken
2. koerier
3. geweldig
4. manager

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. Calvin
2. huis
3. praat
4. oplader

Wat is geen zelfstandig naamwoord?

1. boek
2. tas
3. lopen
4. huis

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

Maken in het lesboek

Blz. 82-83

Maak opdracht 1-2-3-4-5.

Leren voor de toets

- Je kent de 3 lidwoorden.

- Je kan lidwoorden in een zin herkennen.

- Je weet wat zelfstandig naamwoorden zijn.

- Je kan zelfstandig naamwoorden in een zin herkennen.