woorden 4.1 t/m 4.5

de groenten
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

de groenten

Slide 1 - Carte mentale

hoofdstuk 4
woorden

Slide 2 - Diapositive

het fruit

Slide 3 - Carte mentale

Wat koop je bij de bakker?

Slide 4 - Question ouverte

Wat koop je bij de slager?

Slide 5 - Question ouverte

Boter
A
Is een groente
B
Is lekker met fruit.
C
smeren op brood, vlees bakken

Slide 6 - Quiz

Waar doe jij boodschappen?

Slide 7 - Question ouverte

Vlees, aardappels en groenten
A
ontbijt
B
avondeten
C
lunch

Slide 8 - Quiz

Lunch
A
's morgens
B
's middags
C
's avonds

Slide 9 - Quiz

ontbijt
A
's avonds
B
's middags
C
's ochtends

Slide 10 - Quiz

Wanneer drink jij wijn?

Slide 11 - Question ouverte

Hans... de tomaten.
A
snijden
B
snijdt

Slide 12 - Quiz

Marieke wast ...
A
het zout
B
de wortel

Slide 13 - Quiz

Yusuf en Tom ... de uien.
A
snijden
B
snij

Slide 14 - Quiz

Je hebt 1 liter .... nodig.
A
ui
B
tomaten
C
water

Slide 15 - Quiz

Wat vind jij lekker?

Slide 16 - Question ouverte

Het eten is klaar. De familie gaat aan tafel zitten. Wat zeggen ze?
A
Veel plezier!
B
Eet smakelijk!
C
Succes!

Slide 17 - Quiz

Soep eet je met een...
A
Mes
B
Vork
C
Lepel

Slide 18 - Quiz

Je schept eten op het ...
A
mes
B
bord
C
vork

Slide 19 - Quiz

Wat heb jij allemaal in je keuken?

Slide 20 - Carte mentale