Begrippen verhaalanalyse H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Begrippen verhaalanalyse H3

Hoe maak je in dit voorbeeld kennis met het personage?

"Dave kwam aanlopen. Hij droeg zijn leren jas en had zijn blonde haren achterovergekamd. Zijn gezicht stond op onweer, zoals wel vaker de laatste tijd."

1. Directe kennismaking
2. Indirecte kennismaking

Hoe maak je in dit voorbeeld kennis met het personage?

"'Kom je me helpen met de voorbereidingen voor het feest?' vroeg ik. Esther bleef gewoon staan kijken naar me. Ze draaide zich om en liep zonder een woord te zeggen weg."

1. Directe kennismaking
2. Indirecte kennismaking

Welke verteller kan commentaar leveren op een situatie?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller

Welke verteller kan onbetrouwbaar zijn?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller

Wat is de setting van een verhaal?

1. Tijd + ruimte
2. De sfeer in een verhaal
3. Tijd + thema
4. De historische tijd

Wat hieronder is een voorbeeld van een thema?

1. 1979
2. 35 bladzijden
3. Begraafplaats
4. Verliefdheid

Wat is het thema?

1. Waar het verhaal over gaat
2. Wanneer het verhaal zich afspeelt
3. Waar het verhaal zich afspeelt
4. Dingen die steeds terugkeren in het verhaal

Wat is een motief?

1. Waar het verhaal over gaat
2. Wanneer het verhaal zich afspeelt
3. Waar het verhaal zich afspeelt
4. Dingen die steeds terugkeren in het verhaal

Wat is een leidmotief?

1. Een concreet terugkerend ding
2. Een abstract terugkerend ding

Wat is een verhaalmotief?

1. Een concreet terugkerend ding
2. Een abstract terugkerend ding

Wat zijn voorbeelden van leidmotieven?

1. Iemand krijgt een klap in het gezicht
2. Een zwarte kraai
3. De kleur rood
4. Verdriet

Wat zijn voorbeelden van verhaalmotieven?

1. Een sneeuwpop in het park
2. Een paarse trui
3. Eenzaamheid
4. Een kind wordt gepest