Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zo blijft het leuk & leerzaam
Slide 2 - Diapositive
Doel van deze periode
Examen Spreken
Examen Gesprekken
Slide 3 - Diapositive
Uitdelen examenboekjes
Slide 4 - Diapositive
Examen Spreken
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Examen Gesprekken
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Doel van deze les
Student kan een aantrekkelijke presentatie aan een groep geven
Slide 11 - Diapositive
Uitleg
Aantrekkelijk spreken heeft niet alleen te maken met de inhoud, maar ook met de manier van presenteren.
Luisteraars vinden het prettig als je ontspannen bent en tijdens het spreken contact met ze maakt.
Dat kun je alleen doen als je je goed hebt voorbereid.
Slide 12 - Diapositive
Wanneer moet jij presenteren in je dagelijks leven?
Slide 13 - Diapositive
Voorbeelden
Bij een date
In de winkel (als je verkoper bent)
monteur (rekening presenteren)
als je jouw vriend of vriendin wil overtuigen van een vakantiebestemming
op school natuurlijk
een plan op je werk
Slide 14 - Diapositive
Opdracht
Maak een korte presentatie waarin je verteld wat je tijdens de meivakantie gedaan hebt.
Gebruik hiervoor het 'spreekschema'
Slide 15 - Diapositive
Tips om aantrekkelijk te presenteren
Maak je publiek (= luisteraars) nieuwsgierig. Begin bijvoorbeeld door iets te vertellen wat je zelf hebt meegemaakt. Je kunt ook beginnen met een of meer vragen.
Sta rechtop, houd je handen uit je zakken en maak rustige gebaren.
Kijk je publiek zo veel mogelijk aan.
Praat duidelijk, rustig en verstaanbaar.
Maak je presentatie interessanter door dingen te laten zien.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Steekwoorden?
Losse woorden die het belangrijkste van een boodschap samenvatten
Slide 18 - Diapositive
Oefenen met steekwoorden
Beschrijf jezelf in 3 woorden
Wat heb je in de mei vakantie gedaan?
Wat ga je dit weekend doen? 3 steekwoorden
Beschrijf het vak wat je nu doet in 3 steekwoorden