Actieve en passieve zinnen
1 / 31
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De winkeliers richten hun etalage in.
A
Passief
B
Actief
Slide 12 - Quiz
De kaarten worden door veel mensen gekocht.
A
Actief
B
Passief
Slide 13 - Quiz
Volwassen geven weinig cadeau's.
A
Actief
B
Passief
Slide 14 - Quiz
Ze vinden Valentijnsdag onzin.
A
Passief
B
Actief
Slide 15 - Quiz
Kaartjes en berichten worden wel door jongeren gestuurd.
A
Passief
B
Actief
Slide 16 - Quiz
De 14e februari wordt vooral door winkeliers gewaardeerd.
A
Actief
B
Passief
Slide 17 - Quiz
Ik heb het proefwerk goed gemaakt.
A
Actief
B
Passief
Slide 18 - Quiz
Door alle leerlingen is het proefwerk goed gemaakt.
A
Actief
B
Passief
Slide 19 - Quiz
Door de juf zijn alle proefwerken nagekeken.
A
Passief
B
Actief
Slide 20 - Quiz
De juf heeft alle proefwerken beoordeeld.
A
Passief
B
Actief
Slide 21 - Quiz
De voetballer scoort een geweldig doelpunt.
A
Actief
B
Passief
Slide 22 - Quiz
De scheidsrechter heeft het doelpunt afgekeurd.
A
Passief
B
Actief
Slide 23 - Quiz
Door de trainer is bezwaar gemaakt.
A
Passief
B
Actief
Slide 24 - Quiz
Maak de zin passief.
De jongens stelen de bal uit de tuin.
De jongens stelen de bal uit de tuin.
Slide 25 - Question ouverte
Maak de zin passief.
Klas 2A11 maakt een nieuwe opdracht.
Klas 2A11 maakt een nieuwe opdracht.
Slide 26 - Question ouverte
Maak de zin passief.
Brent onderstreept de fouten.
Brent onderstreept de fouten.
Slide 27 - Question ouverte
Maak de zin actief.
De fout wordt door Thibault ontdekt.
De fout wordt door Thibault ontdekt.
Slide 28 - Question ouverte
Maak de zin actief.
Een liedje wordt door hem gezongen.
Een liedje wordt door hem gezongen.
