Nieuwsbericht: do's en dont's & actieve en passieve zinnen

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek....

....en start met lezen.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek....

....en start met lezen.

Slide 1 - Diapositive

Nieuwsbericht
Welke kenmerken ook alweer?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je weet wat actieve en passieve zinnen zijn en je kan ze herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Nieuwsbericht
-Begin met de wanneer-vraag, zo maak je het meteen actueel;
-pas objectief taalgebruik toe;
-geen 'ik' of 'we' gebruiken  --->passieve zin
-schrijf in de tegenwoordige tijd of voltooide tijd;
- getallen tot en met twintig voluit schrijven (behalve bij datum, leeftijd, tijd of kilometeraanduiding)
- vermijd het herhalen van woorden, gebruik synoniemen;
-gebruik geen citaten in je nieuwsbericht of echt helemaal onderaan in 1 zin.
-Bron: dat is van wie je het nieuws hebt, dus bijv. de politie

Slide 4 - Diapositive

Nieuwsbericht (vervolg)
-Titel: doel is de lezer te informeren of nieuwsgierig te maken. Geen punt erachter zetten en hou het kort. Persoonsvorm kun je weglaten (Drie keer winst voor Oranje)
-Bron en Publiek
-Zorg voor samenhang: niet allemaal korte zinnetjes (je aantekeningen) achter elkaar zetten.
-Waarom en hoe niet bekend? Benoem dat. Groepeer de informatie (hoofd/bijzaken, namen lln)
-Leg uit! Amber alert: wat is het doel? Code rood: wat heeft dat voor gevolgen?
-Nieuwsbericht=informeren en niet overhalen/activeren! Geen oproep doen.
-Start met: Sinds vanmiddag 14.00 uur
-Lettertype niet veranderen, niet schuin of vetgedrukt.
-titel / inleiding (3-4 regels) / alinea 2 (3-4 regels)
-aantekeningen weghalen, zorg voor een goedlopend nieusbericht dat zo in de krant kan!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent 'passief'?

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken van een actieve zin
Het onderwerp is actief

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
De kinderen maken een foto

Slide 9 - Diapositive

Kenmerk actieve zinnen
  •  Ze zijn makkelijker te lezen.
• Meestal zijn ze korter.
• Het onderwerp handelt.

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken van een passieve zin
Het is niet belangrijk wie de actie uitvoert.
Het onderwerp ondergaat de handeling maar voert die dus niet zelf uit. Beetje passief dus.
Er staat een voltooid deelwoord in.
Er staat een zinsdeel in met 'door' of je kunt het erbij bedenken,
Persoonsvorm  is een vorm van worden/zijn!
DE FOCUS LIGT OP DE ACTIE

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
De foto wordt door de kinderen gemaakt.
Het eten is allemaal opgegeten vandaag.

Slide 12 - Diapositive

voorbeeldzinnen
Over tien dagen worden de gesprekken tussen Nederland en België over de Westerschelde hervat.

Over tien dagen hervatten Nederland en Belgie hun gesprekken over de Westerschelde.
 

Slide 13 - Diapositive

Is de zin actief of passief?

Slide 14 - Diapositive

Bedenk zelf een actieve en een passieve zin.

Slide 15 - Question ouverte

De winkeliers richten hun etalage in
A
Passief
B
Actief

Slide 16 - Quiz

De kaarten worden door veel mensen gekocht
A
Actief
B
Passief

Slide 17 - Quiz

Kaartjes en berichten worden wel door jongeren gestuurd
A
Passief
B
Actief

Slide 18 - Quiz

Volwassen geven weinig cadeau's
A
Actief
B
Passief

Slide 19 - Quiz

Als je gameverslaafd bent, kun je hulp zoeken.
A
Passief
B
Actief

Slide 20 - Quiz

Bij een gameverslaving, kan hulp worden gezocht.
A
Passief
B
Actief

Slide 21 - Quiz

De 14e februari wordt vooral door winkeliers gewaardeerd.
A
Actief
B
Passief

Slide 22 - Quiz

Ik heb het proefwerk goed gemaakt!
A
Actief
B
Passief

Slide 23 - Quiz

Het proefwerk is heel goed gemaakt!
A
Actief
B
Passief

Slide 24 - Quiz

Door alle leerlingen is het proefwerk goed gemaakt
A
Actief
B
Passief

Slide 25 - Quiz

Je kunt het gewoon navragen.
A
Passief
B
Actief

Slide 26 - Quiz

Je kunt het gewoon navragen.
A
Passief
B
Actief

Slide 27 - Quiz

Het kan nagevraagd worden.
A
Passief
B
Actief

Slide 28 - Quiz

De voetballer scoort een geweldig doelpunt.
A
Actief
B
Passief

Slide 29 - Quiz

Er is gescoord door een verdediger.
A
Passief
B
Actief

Slide 30 - Quiz

Andere benaming:
Actieve zin = bedrijvende vorm

Passieve zin = lijdende vorm

Slide 31 - Diapositive

Zinnen en zinsdelen
Bouwplan van een zin (blz. 102)

Slide 32 - Diapositive