3Hl Oefentoets Hoofdstuk 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Intro

Je gaat straks 19 vragen beantwoorden die gaan over paragraaf 1 t/m 5. De vragen zijn echt de basis en testen vooral of je de basis kan. 
Ga thuis nog wel oefenen met de gemengde opgave en de diagnostische toets. 
Er volgt nu eerst 3  vragen over je voorbereiding tot nu toe

Ik ben al bezig geweest met de voorbereiden van het PW

Ja

Nee

Oefentoets H1 Lineaire problemen

Ken je de basis van hoofdstuk 1? 

- betekenis van de begrippen

-simpele vraagstukken oplossen

Ik heb alle vragen die in de planner stonden gemaakt

Ja

Nee

Ik heb al mijn opgaven nagekeken en verbetert

Ik heb nagekeken en verbetert

Wel nagekeken, maar niet verbetert

Ik heb niet nagekeken

Wat is de algemene formule voor een lineaire grafiek?

1. y=ax​2​​+bx+c
2. y=ax+b
3. y=​x​​c​​
4. y=x

Wat is geen juiste lineaire formule?

1. y=ax+b
2. y=3x-2
3. y=2-x
4. x=3

Gegeven is de lineaire formule

Wat is de waarde van de richtingscoëfficiënt?

y=3x−7

1. 7
2. 3
3. -7
4. ik weet niet wat een richtingscoëfficiënt is

Hoeveel punten heb je minimaal nodig voor het tekenen van een lineaire formule?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Geef de lineaire formule bij deze grafiek.

1. y = 3x + 1
2. y = 0,75x + 1
3. y = 0,8x + 1
4. y = x + 1

Geef de formule bij deze lineaire grafiek

1. y = 60x-60
2. y = -30x+60
3. y = 7,5x+60
4. y = 0,5x+60

Van lijn k is de richtingscoëfficiënt -2 en het snijpunt met de y-as 3. Welke formule hoort hierbij?

Zetten de stappen op de juiste volgorde

1

2

3

4

Stel y=ax+b

Zoek het snijpunt van de lijn met de y-as. Hieruit volgt b

Kies twee roosterpunt. Hieruit volgt: a= verticaal/horizontaal

Schrijf de formule op

Ongelijkheden oplossen
Wanneer geldt A>B ?

1. b<240
2. t>12
3. t<12
4. b>240

Los de volgende ongelijkheid op:
3x + 10 > -7x + 5

x >=5/11

Los de ongelijkheid op:
-8x +4 < 2x +24

Gegeven is de functie
Bereken bij f de functiewaarde van 3

f(x)=3x−3

1. 2
2. 6
3. 3

Gegeven is de functie
Bereken

f(x)=3x−3

f(2)−f(−4)

1. 18
2. -12
3. -18
4. 12

Waar of niet waar
Het punt A(12,-16) ligt op de functie van

f(x)=−3x+21

1. Waar
2. Niet waar

Het snijpunt met de x-as bereken je door

1. x=0 in te vullen
2. f(x)=0 op te lossen

Gegeven is de functie
Bereken het snijpunt met de y-as

g(x)=−​2​​1​​x+7

f(x) = 5x - 9 en g(x) = 2x + 3
Welke vergelijking voor
snijpunt functies?

1. 5x - 8 = 0
2. 5x - 9 = 2x + 3
3. 2x + 3 = 0
4. 5x - 8 < 2x + 3

Bereken het snijpunt van
f(x) = 5x - 9 en g(x) = 2x + 3

Evenwijdige lijnen

zelfde snijpunt y-as

niets

y=3x + 1

y=2x - 1

y=-2x + 3

y=2x - 3

y=-3x + 4

y=4x - 4

y=3x + 2

y=-x + 3

Het punt A(-5,7) ligt op de lijn
l: y = 2x + b
Bereken b

1. 3
2. -3
3. 17
4. -17

Een lijn p: y = ax + b is evenwijdig aan lijn l: y = -3x + 8
Welk getal is gelijk?

1. -3
2. 3
3. 8
4. 21

Twee lijnen hebben hetzelfde beginpunt.
Lijn l: y = -3x + 9 is gegeven.

Welk getal is het beginpunt van de andere lijn?

1. -3
2. 3
3. - 9
4. 9

Je hebt nu alle vragen gemaakt. Er volgt nog een vraag, vul deze zo eerlijk mogelijk in. 
Er is geen goed of fout antwoord. 

Geef hieronder aan welk cijfer je denkt te gaan halen

010

Succes met leren