Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Onderwerp
= Wie?
Gezegde
= Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp
= Wat/wie + gezegde + onderwerp
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lijdend voorwerp
Onderwerp
= Wie?
Gezegde
= Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp
= Wat/wie + gezegde + onderwerp
Slide 1 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Mag ik u een kopje koffie aanbieden?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Het verlegen jongetje gaf ik een schouderklopje.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
A
Geen lijdend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 4 - Quiz
Maak een zin met 'de vis' als lijdend voorwerp.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
Hij geeft zijn zus een knuffel.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp:
De meester deelt de schriften uit.
A
De meester
B
deelt uit
C
de schriften
D
er is geen lijdend voorwerp
Slide 7 - Quiz
wat is het lijdend voorwerp:
Piet haalt de krant meteen uit de brievenbus.
A
de krant
B
Piet
C
de brievenbus
D
meteen
Slide 8 - Quiz
Anton brengt zijn zusje naar school.
Lijdend voorwerp is:
A
Anton
B
brengt
C
zijn zusje
D
er is geen lijdend voorwerp
Slide 9 - Quiz
Het boze meisje stuurde Cas een e-mail
lijdend voorwerp?
A
het boze meisje
B
stuurde
C
Cas
D
een e-mail
Slide 10 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Quirijn krijgt tandjes
A
Quirijn
B
krijgt
C
tandjes
D
er is geen lijdend voorwerp
Slide 11 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Liza eet.
A
Liza
B
eet
C
Er is geen lijdend voorwerp.
Slide 12 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Onder de tafel heeft mijn vader een cadeautje verstopt voor mijn neefje
A
onder de tafel
B
mijn vader
C
een cadeautje
D
voor mijn neefje
Slide 13 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
'Razend gooide de leraar een krijtje door het lokaal.'
A
Razend
B
de leraar
C
een krijtje
D
het lokaal
Slide 14 - Quiz
Bram gaat verven.
Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Esther eet soep.
Soep is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 17 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Lijdend voorwerp
Décembre 2023
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Lijdend voorwerp
il y a 16 jours
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Lijdend voorwerp
Décembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
SCC Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp
Avril 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Grammatica ow, pv, wg, lv
Juin 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica lijdend voorwerp
Octobre 2017
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2